De kern van het plan bestaat - niet heel verrassend - uit het stroomlijnen van de productie en het opkrikken van de winstmarge. Door synergie-effecten moet per 2020 €1,1 miljard bespaard worden, in 2026 ligt dit bedrag op €1,7 miljard. De beoogde winstmarge gaat in deze jaren naar respectievelijk 2% en 6%.
Het mes gaat rigoureus in het aantal gebruikte platforms voor personenauto's. Nu schijnt Opel er nog een whopping negen te gebruiken, in 2024 zijn het er nog twee. Een verstandige keuze, zelfs BMW - dat twee keer zo veel auto's en heel veel meer modellen bouwt - gebruikt slechts twee platforms. Het aantal motorfamilies gaat terug van tien naar vier.
De grootste pijn gaat gevoeld worden in de motor- en transmissie-ontwikkeling van Opel, deze gaan dicht en alle toekomstige Opels krijgen PSA-blokken en -bakken. Als goedmakertje hiervoor wordt het hoofdkantoor in Rüsselsheim omgetoverd tot 'global competence centre for the whole Groupe PSA.' Opel mag dus nog zijn eigen design bepalen en krijgt daarnaast op engineeringvlak nog een vinger in de pap van het nieuwe moederconcern. Hoe groot deze vinger is zal de tijd moeten leren, want de Franse engineers moeten natuurlijk ook aan het werk gehouden worden.
De huidige twee PSA-platforms (CMP en EMP2) worden uitgestrooid over alle Opel-fabrieken (en dat zijn er nogal wat). De fabriek in Eisenach, waar ooit DDR-trots Wartburg uitrolde, krijgt in 2019 een SUV op EMP2-basis. Momenteel worden er Adams en Corsa's gebouwd, het plan was om er per 2019 ook een Mokka X te bouwen. Dit zal in min of meer gewijzigde vorm ook gaan gebeuren. Rüsselsheim krijgt nog een D-segmenter op PSA-basis; in deze fabriek wordt momenteel al de Insignia in hetzelfde segment gebouwd.
Er komt al een nieuwe Corsa in 2019, die er in 2020 ook volledig elektrisch is. In 2014 werd de laatste generatie (Corsa E) voorgesteld, die uiterlijk nauwelijks afweek van zijn voorganger. Na al vijf jaar mag de E nu met pensioen om plaats te maken voor een omgekatte Peugeot 208, die in Zaragoza gemaakt gaat worden, naast de volgende Adam, de Meriva-vervangende Crossland X en de Citroën C3 Aircross. Tot 2024 volgt één belangrijke onthulling per jaar, daarna moet elke Opel op een PSA-platform staan. Het is de verwachting dat de nieuwe Insignia het het langst uithoudt als relikwie van de tijd onder GM.
Zoals overal in de industrie krijgt ook elektrificering een belangrijke rol, hoewel we niet bepaald steil achterover slaan van het tempo: in 2020 moeten vier Opels geëlektrificeerd zijn. Het enige volledig elektrische model, de Ampera-e, is momenteel hard op weg zichzelf uit de markt te prijzen: deze wordt 5 mille duurder. Daar kan Opel weinig aan doen, het is GM dat de prijs van de in de VS gebouwde auto opkrikt.
Het nieuwe PACE-plan volgt zeer kort op de Push-to-pass-strategie die PSA-topman Tavares in 2016 onthulde. Dit was een vijfjarenplan voor de Fransen, maar de integratie van Opel heeft een bijstelling noodzakelijk gemaakt.