Inzet van de meest recente (privaatrechtelijke) zaak was een vermeende ongelijke behandeling van Fastned en haar concurrenten door de Staat der Nederlanden. Fastned is van mening dat het Rijksvastgoedbedrijf met twee maten meet door houders van tankstations langs de snelweg vergunningen te verlenen voor het plaatsen van snelladers. Momenteel is dit alleen Shell, dat onlangs laadpalenuitbater The New Motion overnam, maar de klacht was evengoed gericht tot eenieder die plannen ontwikkelt om zijn eigen palen neer te zetten.
De meeste laadpunten van Fastned (en Mister Green, dat zich aansloot bij de klacht) staan langs verzorgingsplaatsen die ook een tankstation hebben. Laatstgenoemden mogen wel winkeltjes en andere voorzieningen uitbaten, maar Fastned mag dit niet, met als argument dat het te veel extra schaarse ruimte in beslag zou nemen (althans, zo luidde het oordeel in de niet-ontvankelijkheidsverklaring van december). Kortom: het is eenrichtingsverkeer: de pomphouders mogen naast hun brandstofverkoop naar hartelust laders plaatsen, maar Fastned mag geen brandstof verkopen, geen winkeltje neerzetten en zelfs geen toiletten voor zijn klanten.
In 2012 kreeg Fastned van de Staat concessies om laadpalen uit te baten langs de Nederlandse snelweg. Aangezien aan een concessie automatisch een alleenrecht tot het uitbaten van een dienst of product gekoppeld is (or so they say), en geen enkel brandstofconcern interesse toonde om te investeren in snelladen, ging Fastned ervan uit dat ze geen concurrentie zouden krijgen op nota bene hun eigen terrein. Met deze schijnbare kennis in het achterhoofd werd er geïnvesteerd in laadinfrastructuur, wat een voorwaarde is voor de concessie. Voor een startup betekent dit relatief hoge kosten voor een kleine markt, die zich nog moet ontwikkelen. Wij begrijpen dan ook volkomen dat het dan steekt wanneer de grote oliejongens een paar jaar later toch gewoon op een paar meter afstand hun eigen snelladers kunnen plaatsen.
De rechter ging echter niet mee in sympathie voor Fastned, maar wel in de argumentatie van het Rijksvastgoedbedrijf dat Fastned nooit is beloofd dat zij het alleenrecht zouden houden. Kennelijk is Fastned daar vanuit gegaan zonder het grondig juridisch te checken, en dat kan ze zwaar aangerekend worden. 'Assumption is the mother of all fuckups' is hier op zijn plek. Maar toch, wat voor inhoud heeft een concessie nog als er kennelijk getornd kan worden aan het uitsluitende karakter ervan?
Feit is dat het plaatsen van eigen laadpalen door Shell voor de rechter niet voldoende botst met het belang van Fastned. En als Fastned een keihard alleenrecht op de exploitatie van laadinfrastructuur wil, dan hadden ze dit met het Rijksvastgoedbedrijf contractueel moeten vastleggen, Momenteel lijkt het erop dat ze geen poot hebben om op te staan.