Een bekende kritiek op elektrisch rijden is dat het productieproces van de als schoon voorgestelde auto's helemaal niet zo klimaatneutraal is, en dan hebben we het nog niet eens over de stroom die erin gaat. Wellicht met dat idee in het achterhoofd gingen de studenten van de Eindhovense TU/ecomotive aan de slag met de ultieme zestiengranenauto, die ze -heel bescheiden- Noah doopten. De inmiddels alweer vijfde auto van de ecomotive-studenten borduurt voort op een eerder project: de Lina.
De tweezits-auto ziet er uit als een kruising tussen een BMW i3 en een Geo, en we raden hem niet aan als u niet tegen kleine ruimtes kunt. Het ding weegt slechts 350 kg en is voorzien van twee kleine 15 kW-elektromotoren, die door zes modulaire batterijen gevoed worden. Het bereik ligt op zo'n 240 km. Het volledige chassis, de koets, en het interieur zijn opgetrokken uit vlas, gras, en biocomposiet. De auto is als het goed is 100 procent recyclebaar.
Vooralsnog zien we alleen renders van de auto, maar er komt zeker een volledig exemplaar, hiervoor werkt het team samen met de RDW - die de auto uiteindelijk moet keuren - samen. Verwacht verder niet dat we over 10 jaar allemaal in een Noah rijden, maar dat is ook niet het doel van dit soort projecten. Dat is het verkennen van de mogelijkheden op het gebied van productiemogelijkheden en materiaalkeuze. Biologisch afbreekbare materialen hebben reeds een plek in de productieketen, u vindt ze in het interieur van eerdergenoemde BMW i3.
Als Liesbeth van Tongeren maandag met een ingezwachtelde wijs- en middelvinger in de Tweede Kamer verschijnt weet u waarom.