Het productiemodel dat zojuist in het Oostenrijkse Graz (de I-Pace wordt in opdracht gebouwd door Magna Steyr) werd getoond, vertoont veel gelijkenissen met het concept dat er in 2016 aan voorafging. Zoals verwacht. In tegenstelling tot wat praktisch elke concurrent op de EV-markt doet laat Jaguar zijn auto er zo veel mogelijk als een model met verbrandingsmotor uitzien, inclusief nutteloze grille; dit is conservatief, maar eigenlijk kunnen we het Jag niet kwalijk nemen: ze hebben teveel fabrikanten op hun bek zien gaan doordat deze zonodig met iets radicaal anders meenden te moeten komen.
De specs in het kort: twee motoren leveren 400 pk en 696 Nm aan elektropower op alle vier de wielen, de 0-100 km/u gaat in 4,8 s. Een 90 kWh-pakket zorgt volgens de WLTP-cyclus voor 470 km aan range (NEDC: 543 km). Vergelijkbaar met de eerder deze week onthulde Hyundai Kona Electric, maar de Jag speelt met zijn vanafprijs van ruim 80 mille in een andere klasse mee. Snelladen van 0 tot 80 % gaat in 40 minuten met een 100 kW DC-lader; in 15 minuten tankt de I-Pace 100 km aan range.
Jag geeft acht jaar/160.000 km garantie op de batterij en drie jaar/100.000 km op het hele voertuig, dat in de 4% bijtellingscategorie valt. Hou er echter wel rekening mee dat vanaf 2019 boven de 50.000 euro 22% betaald wordt.
Kijken we naar het exterieur, dan valt op hoe glad dit is gebleven. Het trucje van de verzonken deurgrepen werd gretig bij Tesla afgekeken, en het lichtdesign past mooi in het familiesnoetje, dat de E- en F-Pace hebben. Wel heeft deze I-Pace een meer rechtopstaande kofferbak, met een klein plateau dat voor de achterruit zit.
Van Jag krijgt de auto conform de nieuwe naamstrategie de 'EV400'-badge mee, in de wielkasten prijken forse velgen. Dat dit afbreuk doet aan het bereik lijkt Jaguar niet te delen: hier is esthetiek belangrijker. De I-Pace is vanaf vandaag te bestellen vanaf € 80.330, er is keuze uit de uitvoeringen S, SE en HSE, én een speciale First Edition. De eerste leveringen vinden in de tweede helft van 2018 plaats.
Jaguar draait niet om de hete brij heen, en zet de I-Pace meteen maar naast de SUV-benchmark, de Tesla Model X (zie foto's hieronder). Dat de Tesla niet bepaald moeders mooiste is wordt nog eens benadrukt wanneer je er een wél geslaagd design naast zet. De I-Pace is wel een stukje kleiner: met een lengte van 4.682 mm heeft hij een vergelijkbaar formaat met de Audi Q5 (de eigen F-Pace is met 4.746 mm een tikkie groter), terwijl de Model X met meer dan 5 meter in Q7-territorium zit.