Ooit was Opel jaar in, jaar uit, het bestverkochte automerk in Nederland. Die positie heeft Volkswagen inmiddels stevig in de knuistjes, maar Opel doet het hier met een marktaandeel van een ruime acht procent nog steeds best. Ook in andere Europese landen wordt goed verkocht, het merk met de bliksem zet jaarlijks grofweg een miljoen voertuigen weg.
Ondanks deze schaal lukte het vorige eigenaar GM nooit om winst te draaien met Opel. Dit vond zijn grondslag in het feit dat GM eigenlijk altijd al aan het navelstaren is geweest naar de eigen Amerikaanse markt, het kon ze vrij weinig schelen wat er buiten hun eigen continent gebeurde. Gecombineerd met een bij tijd en wijle zeer stroperige managementstructuur, maakte het GM in Europa tot een omgekeerde alchemist: alles wat het hier aanraakte veranderde in lood. Het gevolg: Saab is dood, Chevrolet vertrok uit Europa, en met het van de hand doen van Opel is GM nu helemaal weg uit het Oude Continent, met China als enig overgebleven 'buitenlandse pijler'. Kost je ongeveer 15 miljard euro verlies, maar dan heb je ook niks.
Terwijl GM in Europa met Opel zat te tobben, boekte het na de crisisjaren in de VS en Canada juist steeds betere resultaten. Sommige criticasters waren van mening dat de Amerikaanse resultaten met behulp van creatief boekhouden extra werden opgepoetst, door alle rotzooi op het Europese Opel-bordje te schuiven. Een mening die aan aannemelijkheid wint nu Opel - amper onder de vleugels van PSA - plotsklaps weer winst maakt: zo'n 500 miljoen euro in het eerste halfjaar van 2018. Oké, in 2017 werd er ook onder PSA nog flink verlies gedraaid, hoewel de Fransen te vuur en te zwaard bestreden dat de omvang ervan 1 miljard euro was. Toch lijkt de omslag van verlies naar winst wel heel snel te komen.
Een onderdeel waarop PSA het ontegenzeggelijk beter doet dan GM is het integreren van de Opel-unit in de gehele bedrijfsvoering. In de praktijk betekent dit - enigszins gechargeerd - dat er PSA-motorblokken en -versnellingsbakken in Opels gelepeld worden, waardoor de ontwikkelingsafdelingen in Duitsland dicht kunnen en de Fransen betere schaalvoordelen behalen. Dit wordt in de hand gewerkt door geografische factoren (Frankrijk ligt dichterbij Duitsland dan Amerika) en het feit dat er meer overlap zit in de modellen van moeder- en dochterbedrijf. Ook in het gezamenlijk ontwikkelen van modellen deed GM nauwelijks iets: oké, de Insignia werd buiten Europa als Buick Regal verkocht, maar je kunt zo veel meer met een meer mondiale strategie. Tegelijkertijd bouwt PSA nu al Opels in Frankrijk, aan dezelfde lijn als Peugeot.
Hier staat tegenover dat er wel een boel personeel bijkomt dat je niet altijd even makkelijk kunt wegzuiveren. Het aantal werknemers in Duitsland is gelukkig relatief klein. GM had het gros van de arbeid al naar goedkopere landen met minder sterke vakbonden verplaatst. Desalniettemin betekent een bedrijf overnemen en snijden in de kosten dat je eerst kosten moet maken, zeker in de automotive, waar modellen gemiddeld acht jaar meegaan. In dat opzicht is het verbazingwekkend dat er nu al zwarte cijfers zijn. Is PSA-baas Carlos Tavares echt zo'n wonderdokter of werden (worden?) er ergens - om een anglicisme te gebruiken - boeken gekookt? Een andere optie is dat de winst een kleine oprisping is. We hebben het slechts over een half jaar, cijfers op de lange termijn geven een beter beeld.