Meerderheid Nederlanders zegt 'ja' tegen rekeningrijden

Betalen naar gebruik in het verkeer, we moéten en zullen het doen. Met enige regelmaat verschijnt er een verhaal in de media dat ons voormasseert en -bereidt op Het Onvermijdelijke. Nu blijkt waarom: we willen het stiekem allemaal zelf.

In bijna elke relevante marktstructuur geldt een dynamische beprijzing: daar waar de vraag het grootst is, maar het aanbod inelastisch, gaat de prijs omhoog. U vindt het helemaal niet raar dat u in hartje juli tien keer meer voor uw EasyJet-retourtje naar Málaga moet betalen dan in februari, maar tegelijkertijd betaalt de automobilist die in de spits over de A4 of A20 rijdt, evenveel als hij/zij die over de uitgestorven N379 bij Tweede Exloërmond rijdt.

Aan deze situatie moet maar eens een eind komen, zo luidt de boodschap van de kilometerheffingslobby, en die lobby wordt gesteund door een meerderheid van de Nederlanders. Althans, dat beweert het nieuwste onderzoek van 'maatschappelijk betrokken onderzoeksbureau' I&O Research. In opdracht van de Volkskrant voerde het een steekproef uit onder bijna 3.300 Nederlanders, en tekende hierbij meteen hun politieke affiliatie op. 

Met de stelling “In plaats van een vast bedrag per auto (motorrijtuigenbelasting), moeten automobilisten per gereden kilometer belasting gaan betalen” is 58 procent het eens. GroenLinks-stemmers zijn met 77,3% de grootste voorstanders, terwijl de PVV'er met 50,8% voor het minst warm wordt van betalen naar gebruik. Maar ook dat is nog steeds een meerderheid. Overigens werd hetzelfde onderzoek in 2010 gehouden, toen was in totaal 59% voor een vorm van rekeningrijden. 

Een vlaktaks (meer rijden = meer betalen) vindt onder de respondenten de meeste steun, terwijl een spitsheffing (wat eigenlijk de meest zuivere uitwerking van het vraag- en aanbodprincipe is) de handjes het minst op elkaar krijgt. En dan is er ook nog de ecotaks, een onder Teslarijders populaire optie, waarbij schone auto's minder betalen dan vieze. Ook dit administratieve monster krijgt nog meer steun dan de huidige motorrijtuigenbelasting.

In de vraagstelling werd bewust het gebruik van politiek beladen termen vermeden, om te voorkomen dat mensen direct in een politieke verdediging schoten en zo een zo eerlijk mogelijk antwoord te krijgen. Het huidige kabinet heeft laten vastleggen dat er niet wordt getornd aan de MRB, maar we zouden er niet raar van opkijken dat het systeem snel op de schop gaat, zodra het kabinet Jetten-Klaver I in 2021 aantreedt. U vindt een uitwerking van het onderzoek van I&O hier.