De kans op de eerste Nederlandse Grand Prix sinds 1985 is nog steeds levensgroot, maar dan moet de organisatie het financiële plaatje wel voor 31 maart rondkrijgen. Circuitpark Zandvoort (CPZ) had de verschillende overheden (Rijk, provincie, gemeente) in december gevraagd om 7 miljoen van de 40 miljoen euro in de bid op zich te nemen, maar het kabinet - dat hiervan 5 miljoen euro moest dragen - heeft dit vriendelijk doch resoluut geweigerd. Bruins:
"De economische waarde van dit evenement is aanzienlijk en daar zal het Nederlandse bedrijfsleven van kunnen profiteren. De vraag is of dit de inzet van belastingmiddelen vanuit de (Rijks)overheid rechtvaardigt. Het kabinet is van mening dat dit niet het geval is."
Met de motivatie - eigenlijk een echo van eerdere uitspraken van minister-president Mark Rutte - kan niemand het oneens zijn: met geld van de belastingbetaler een paar Amerikaanse miljardairs (Liberty Media) verder spekken om een prestigeproject hiernaartoe te halen is niet bepaald een kerntaak van de overheid. Daarnaast, als het Nederlandse bedrijfsleven er niet in slaagt om op eigen houtje dit bedrag bij elkaar te harken, is er iets flink mis met onze commerciële sector. De Max Verstappen-mania in Nederland is de laatste jaren alleen maar toegenomen, dus geen weldenkende zakenman laat de buitenkans om in 2020 de Formule 1 weer in Nederland te hebben aan zijn neus voorbijgaan. Overigens kunnen we ons wel indenken dat lagere overheden, zoals de gemeente Zandvoort, infrastructurele ondersteuning gaan bieden. Er komt aardig wat bij kijken om 150 duizend man ineens over een karrespoor de duinen in te jagen.
Op 11 december is er een principeakkoord gesloten tussen CPZ en Formula One Management (FOM), voor een Nederlandse Grand Prix in 2020, 2021, en 2022. Hierbij heeft de organisatie tot 31 maart 2019 de tijd gekregen een sluitende begroting te presenteren, anders gaat het feest niet door. Dit blijkt uit een brief van de algemeen directeur van CPZ, Robert van Overbeek, aan minister Bruins.
De duur van de verbintenis maakt het tevens onmogelijk voor de overheid om geld uit eenmalige potjes te halen: het gaat immers niet om een eenmalig evenement. Wij begrijpen de motivatie van de regering, en geloven nog steeds heilig in een Nederlandse Grand Prix in 2020, al was het alleen maar om de Belgische organisatie uit te kunnen lachen. Nogmaals: deze kans laat het bedrijfsleven echt niet lopen. Enfin, ze hebben nog een kleine twee maanden om de laatste miljoenen bij elkaar te schrapen. Tick-tock.