1. Geen commerciële waarde
Nu de Formule 1 gerund wordt als een entertainmentbedrijf in plaats van een sport speel de commerciële en financiële waarde van elk team een belangrijke rol. Elke nieuwe speler moet een positieve bijdrage leveren aan de commerciële positie van de sport. Formula One Management concludeerde echter dat dit bij Andretti niet het geval is. FOM erkent dat de naam de nodige herkenbaarheid met zich meebrengt voor de fans, maar dat de Formule 1 meer waarde toevoegt aan het merk Andretti dan andersom.
Afgezien van de PR-waarde heeft FOM naar eigen zeggen geen financiële voordelen kunnen ontdekken die uit het toelaten van Andretti zouden voortvloeien.
2. Last voor de rest
De toevoeging van een elfde team aan het kampioenschap is een bijzonder zware last, aldus FOM. De extra druk op de logistieke operatie, de promotors en overige teams is kennelijk simpelweg te groot.
Daarnaast brengt het de nodige financiële kosten met zich mee. Meer trucks en vliegtuigen, minder ruimte voor overige teams en de noodzaak om op bepaalde circuits de pitsstraat uit te breiden zou het allemaal niet waard zijn.
3. Imagoschade voor F1
Andretti's plan om zo goedkoop mogelijk de Formule 1 binnen te komen draaide om een inschrijving vóór het seizoen van 2026. Na 2025 moet er immers een nieuwe Concorde Agreement gesloten worden, waarin de afkoopsom voor nieuwe teams waarschijnlijk verhoogd zal worden van 200 naar 600 miljoen dollar. De veelbesproken motordeal met General Motors / Cadillac gaat echter pas vanaf 2028 van start.
Om de tijd te overbruggen had Andretti een motordeal met Renault, de enige leverancier zonder klantenteam. Door de moeilijkheden met de FIA en FOM is dat voorcontract echter komen te vervallen. FOM grijpt dat feit aan door te stellen dat Andretti na toelating een motorleverancier toegewezen zou moeten worden.
De leverancier met de minste klanten is immers verplicht te leveren aan een team dat zonder motor komt te zitten. Die situatie zou volgens FOM de nodige imagoschade leveren aan de Formule 1 als geheel. Je zonder motordeal naar binnen bluffen en ervoor beloond worden is immers niet professioneel.
4. Geen fabriekssteun
FOM hamert door op Andretti's ongelukkige power unit situatie door te stellen dat een klantenteam hoe dan ook onwenselijk is. De commerciële rechtenhouders van de sport willen alleen grote, prestigieuze autofabrikanten aantrekken die de nodige commerciële waarde met zich meebrengen. Onafhankelijke amateurclubs zoals Haas worden niet langer binnengelaten.
Ondanks de deal met GM ziet FOM de inschrijving van Andretti niet als een echt fabrieksteam of team met fabriekssteun. Het duurt immers nog minimaal drie seizoenen voordat Cadillac daadwerkelijk aanschuift. Op het moment van toelating ontbreekt het Andretti dus nog altijd aan die zo cruciale prestige en commerciële waarde.
5. Niet competitief
Naast alle specifieke redenen doet FOM de poging van Andretti in het algemeen nog even van de hand. In tegenstelling tot de laatste gevallen waarbij nieuwe teams toegelaten werden eist de F1 nu immers dat nieuwelingen meteen competitief zijn. Ferrari B-team Haas werd in de aanloop naar 2016 als competitief genoeg bestempeld, en maakte dat dan ook waar. FOM heeft echter niet hetzelfde vertrouwen in Andretti Global.
FOM schaart Andretti namelijk onder dezelfde noemer als Lotus/Caterham, Virgin/Marussia/Manor en HRT. Een elfde team brengt alleen waarde met zich mee als het competitief is. Uit het onderzoek van FOM is blijkbaar niet gebleken dat dat bij Andretti het geval is. De ambitie van Andretti om binnen twee jaar twee totaal verschillende auto's te zullen bouwen geeft FOM de indruk dat de Amerikanen niet begrijpen waar ze eigenlijk mee bezig zijn.
- NL Beeld / Action Press, Red Bull Content Pool, Andretti Global