Nee, 1,7 miljoen euro is niet genoeg voor deze ster

Eind jaren 90 bouwde Mercedes 25 exemplaren van de CLK GTR Coupé. Niet omdat ze dat zelf zo leuk vonden, meer omdat ze daartoe werden verplicht door de FIA, om met het model mee te mogen doen in de GT1 raceklasse. In feite ging het om straatlegale versies van de raceauto die alleen een andere achterspoiler en een iets comfortabeler interieur kregen. De brute V12 leverde een bescheiden 612 pk en daarmee knalt deze straatracer in 3,8 seconden naar de 100 km/u. Aan deze bijzondere Mercedes hing ook een bijzonder prijskaartje van een miljoen dollar. 

Het gebeurt slechts sporadisch dat een CLK GTR te koop wordt aangeboden. Rijke stinkerds moeten dus blijven opletten als ze er één willen kopen. Krijg je de kans, ga dan niet beknibbelen op een tonnetje meer of minder. Gisteren werd een exemplaar in Parijs aangeboden tijdens een veiling van Bonhams. De biedingen liepen vrij rap op tot 1,7 miljoen euro en bleven toen steken. De hamer viel, maar de minimumprijs was niet gehaald. Dikke pech dus voor de liefhebbers.

Nu is 1,7 miljoen euro best een flinke emmer met geld, maar als je als multimiljonair nog een beetje wil opvallen kom je er niet met een McLaren P1 (375 stuks) of een Bugatti Veyron (450 stuks). Nee met een CLK GTR (25 stuks) onderscheidt je jezelf pas echt van de massa. En dan had je aan deze met chassisnummer 23 een goede gehad. Het zilveren kanon had pas 3.285 kilometer op de teller staan. Die zijn daar voornamelijk neergezet door de eerste eigenaar die de auto tot aan 2014 in handen had. Deze Zwitser gebruikte de Mercedes niet om te racen, maar vooral om heen en weer mee naar zijn werk in Stuttgart te rijden. Wij snappen hem wel. Met een topsnelheid van 320 km/u zijn die Autobahn-kilometers zo verslonden.