Porsche 718 Boxster met viercilinder. Mag dat?

Voor het eerst sinds de 944 waagt Porsche zich weer aan een vierpitter ion een productiemodel. Hierbij hoef je overigens niet bang te zijn dat je hetzelfde blok als een Golf R hebt, de vierpitters zijn boxermotoren uit eigen huis.

718 Boxster, het is een verwijzing naar de viercilinder racers uit de jaren '50 en '60. De 718 en zijn dichte broertje - de Cayman - hadden een 2.7/3.4 liter atmosferische zescilinder met 265/315pk, nu is het een gedownsizede vierpitter. Hoewel Porsche's paarsbroeken liever van right-sizing spreken.

De instap-718 heeft een 2.0 viercilinder met 300 pk, de 718 Boxster S heeft een ruimer bemeten 2.5 die goed is voor 350 pk. Het maximumkoppel ligt op respectievelijk 380 en 420 Nm. 0-100 gaat in 4,7/4,2s, en de 718's halen een topsnelheid van 275/285 km/u.

De auto- en vrachtwagenindustrie groeien steeds dichter naar elkaar toe op het gebied van transmissies. Porsche introduceert met de virtual gears een soort van tussenversnelling voor wanneer het volgende verzet nog net iets te laag in de toeren zou zitten. In feite laat het systeem met dubbele koppeling de twee opvolgende verzetten slippen, zoals de voorste versnellingsbak van de GTC4Lusso ook doet.

De verschillen met de voorganger zijn subtiel. Het front werd groter, met duidelijk gegroeide koelopeningen. Bi-xenon is standaard, full-Led met de 4 bekende pitten optioneel. De kont van de 718 werd een stuk breder, en de achterlichten kregen een overhaul met 3D-LED-techniek. Muy fancy.

Verder is het het bekende verhaal: x procent scherper sturend, y procent stijver, en z procent strakker afgeveerd maar toch vergevingsgezind tijdens lange ritten. Zoals het een Duits persbericht betaamt. Helaas geen woord over gewichten, maar het moet raar lopen als de 718 Boxster niet lichter is dan de Boxster.