Kevin Magnussen is dit jaar vaak in beeld geweest. Eigenlijk te vaak voor een Haas. En het was zelden om de juiste redenen.
Het scorebord ziet er op het eerste gezicht niet eens zo slecht uit. Punten in Oostenrijk en Australië. Een hele reeks aan P12, dicht bij de punten dus. Vijf coureurs staan nog achter hem. Maar als je iets hoger op dat scorebord kijkt, dan zie je waar zijn teamgenoot staat. Magnussen heeft een schamele vijf punten, Nico Hulkenberg heeft er 22. Magnussen vecht met de Alpine-coureurs, Hulkenberg vecht met Lance Stroll en Yuki Tsunoda.
Maar laten we wel wezen: dit zijn niet de punten waar het seizoen van Magnussen om draaide. Want hoewel Magnussen misschien maar vijf punten in het kampioenschap heeft, heeft hij wel tien strafpunten op zijn superlicentie. Voor wie het even kwijt is: bij twaalf punten mag je een race niet meedoen. Alle tien die punten heeft Magnussen dit jaar binnengehaald, voornamelijk door overmatig verdedigen. Was dat soms te streng van de wedstrijdleiding? Absoluut. Maar soms was het ook meer dan terecht. En dat zijn niet onze woorden, maar die van Magnussen zelf. Hij gaf na de race in Miami, waarin hij Lewis Hamilton half van de baan duwde, zelf ook al toe dat hij liever niet op deze manier rijdt, maar dat het nou eenmaal nodig is in een tijd waarin teams als Haas alles op alles moeten zetten om punten te krijgen.
Sindsdien heeft Magnussen het wat rustiger aan gedaan, maar er is daarna ook erg weinig interessants geweest aan zijn seizoen. Zijn crash in Monaco viel nog het meest op, en dat is niet hoe je wil dat een seizoen gekarakteriseerd wordt. Intussen blijft Hulkenberg de ene geweldige prestatie na de andere neerzetten, zowel in de kwalificatie als in de race.
Het voelt in elk opzicht alsof Magnussen weet dat zijn tijd in de Formule 1 erop zit. Dit is anders dan in 2020, toen hij strijdend ten onder wilde gaan. Dit voelt meer alsof hij er vrede mee heeft dat hij zijn racegeluk ergens anders moet gaan zoeken. En het resultaat is een vrij teleurstellend seizoen.
Cijfer: 5.5/10
- NL Beeld / Abaca Press