1979 was een nogal apart jaar in de geschiedenis van de Formule 1. Er stonden genoeg grote namen op de grid dat seizoen, inclusief drie voormalige wereldkampioenen. Maar geen van allen speelde echt een rol van belang dat jaar. De titelstrijd ging tussen een aantal mensen waar de meeste doorsnee fans waarschijnlijk nog nooit van hebben gehoord: Jacques Laffite, Alan Jones, Jody Scheckter en Gilles Villeneuve.
Bij het ingaan van de Grand Prix van Nederland had Scheckter een kleine voorsprong, maar hij kon bepaald niet rustig aan doen. Villeneuve en Laffite stonden gelijk en hadden allebei aan een overwinning genoeg om Scheckter voorbij te gaan. Jones stond er iets verder achter, maar was aan een geweldige inhaalslag bezig. De Australiër had de afgelopen twee races gewonnen en was ineens omhoog geschoten van dertiende naar vierde in het klassement.
De Grand Prix van Nederland
De start van de race zorgde meteen voor chaos. Jones pakte de leiding en stormde weg van de rest van het veld. Dat was maar goed ook, want achter hem vond een enorme crash plaats. Drie auto’s lagen er meteen uit, en veel andere coureurs moesten uitwijken om te voorkomen dat zij ook zouden crashen. Een van die coureurs was Scheckter, die op het gras belandde. Tegen de tijd dat hij weer op de baan stond, lag hij helemaal achteraan.
Bij Laffite ging het al niet veel beter. Hij was misschien niet helemaal naar achteren gezakt, maar hij had wel kostbare plekken verloren bij de start. Villeneuve daarentegen kwam geweldig goed door de chaos heen en begon de jacht op Jones in te zetten. De geweldige snelheid die Jones in eerste instantie liet zien, bleek een beetje een illusie te zijn. In ronde elf was Villeneuve bij hem aangesloten en met een geweldige inhaalactie langs de buitenkant van de Tarzanbocht greep Villeneuve de leiding.
Scheckter en Laffite hadden zichzelf grotendeels buitenspel gezet bij de start, maar gelukkig voor hen hebben we het hier over de jaren ‘70. In andere woorden: hou het maar even vol en dan vallen de andere auto’s vanzelf uit elkaar. En dat was precies wat er ook in deze race gebeurde. 24 auto’s waren aan de Grand Prix begonnen. In ronde 40 waren daar nog maar negen van over. Alle andere auto’s waren met mechanische problemen uitgevallen.
Een ronde op twee wielen
Villeneuve begon intussen de druk te voelen. Zonder dat hij of het team het doorhad waren de banden langzaam maar zeker weg aan het slijten. Eigenlijk moest hij een pitstop maken, maar dat was absoluut geen optie. Jones was niet al te ver bij hem vandaan en Laffite had ook aardig wat terrein goed gemaakt. Scheckter zat nog buiten de punten. In andere woorden: als er nu afgevlagd werd, dan zou Villeneuve de leiding in het kampioenschap pakken.
Maar die banden begonnen echt wel hun grens te bereiken. In ronde 47 spinde hij, waardoor Jones de leiding overnam. Villeneuve trapte het gaspedaal volledig in, maar dat bleek echt te veel. In ronde 49 knapte zijn achterband en belandde de Canadees in het gras naast de baan.
De meeste coureurs zouden op dat punt hun verlies erkennen. Maar niet Villeneuve. Nee, Villeneuve had een titelstrijd die hij in leven moest houden. En dus… reed hij terug de baan op. Met drie wielen en één metalen velg begon hij vrolijk weer aan een ronde in een poging om heelhuids terug te komen naar de pits. Het rubber van zijn achterband was volledig weggevlogen en daardoor klopte de balans van zijn auto ook niet meer. Na slechts een paar bochten brak de ophanging van de wagen en werd zijn rechtervoorband de lucht in getild.
En nog steeds ging Villeneuve door! Scheckter was hem op dit punt al gepasseerd, Jones had hem op een ronde gezet, en het linkerachterwiel zat alleen nog met een paar draadjes vast aan de auto, maar Villeneuve weigerde op te geven. Op twee wielen en met een chassis dat over de grond sleepte kroop hij terug naar de pits. Daar deed de pitcrew het meest onnodige ooit: ze checkten hoe de ophanging eraan toe was. Na welgeteld anderhalve seconde kwamen ze tot de conclusie dat de auto niet meer te redden was. Einde verhaal.
Een ronde later viel Tyrrell-coureur Pironi ook uit, waardoor er nog slechts zeven coureurs over waren. Scheckter greep deze kans aan om zich naar voren te knokken en wist zowaar Laffite nog te passeren. Maar Jones bleek te ver voor te liggen. Toen de finishvlag viel stonden drie van de vier titelkandidaten op het podium. Het was de beste uitkomst voor Scheckter, want nu had hij een volledige race voorsprong op zijn rivalen. Uiteindelijk bleek het hem erg goed uit te komen: Scheckter won dat jaar de titel met maar vier punten voorsprong op Villeneuve.
Bekijk hieronder de fenomenale ronde van Villeneuve.