Open pijpen: de Ferrari 330 P3/4

Elk getal is uniek. Wat op zich 330 als een van velen niet bijster bijzonder maakt. Het is niet eens een priemgetal, waar sommigen van houden. Vooral lange. Zet er echter Ferrari voor en 330 wordt "koen-tatsj". "Wow", in een Italiaans streekdialact.

Het getal slaat op het boring x slag volume per cilinder van de motorenreeks. Wat voor de 330 modellen nominaal 330 cc is. De door Gioacchino Colombo ontworpen aluminium SOHC V12 motorenreeks startte in 1947 als een 1.5 liter krachtbron om uiteindelijk met bijna 5 liter inhoud in 1986 af te sluiten. De 330 modellen kregen een V12 uit de serie met een inhoud van 3966 cc tot 4390 cc. Die tussen de 320 en 450 pk leverden.

330 GTO

Bij het aftrappen van de 330-lijn speelde Ferrari wél vals. Of uitmelkend, op safe. Gebruik de magie van een eerder getal, en maak er verse nummers van. Zo borduurde Ferrari in 1962 voort op de 250 serie met de 330 TRI/LM en 330 GTO. Het 250 spoor werd in 1963 gecontinueerd met de 330 LeMans Berlinetta. Voor op straat verscheen de 330 America. Er kwamen nadien meer 330s voor op de weg.

Om het getal uit de schaduw van 250 te krijgen moest echter de letter P achter de cijferreeks gaan priemen. Motorisch verhuisd naar midscheeps, en voorzien van DOHC koppen maakte de toevoeging P het getal 330 magisch. En de meest magische?

Over smaak kun je twisten, ook qua vergelijkingen, maar je zou kunnen zeggen dat als P 'oorlog' betekent, iets van een P3 of P4 'den totalen krieg' is. Wat mogelijk opnieuw een keuze dilemma oplevert. Hier is gelukkig een soort eindoplosing voor in de gedaante van de Ferrari 330 P3/4.