Europese leiders zijn het nog niet eens over heffingen op Chinese auto's

De strijd over Europese tarieven gaat nog door. Topfiguren in de Europese Unie kunnen het niet eens worden over de tarieven op Chinese auto's. 

Een Chinese auto van NIO

Deze week gaat de Chinese handelsminister Wang Wentao naar Brussel om te onderhandelen over de huidige invoertarieven. Europa heeft namelijk invoerheffingen ingesteld om de import van elektrische auto’s uit China terug te dringen. Volgens de Europese Unie zijn deze goedkope auto’s funest voor de Europese markt, aangezien het de eigen auto-industrie zwaar onder druk zet.

En dat is niet helemaal onterecht. Volvo heeft recentelijk de eigen elektrische doelstellingen moeten aanpassen omdat het merk al te veel terrein heeft verloren aan China om nu nog volledig elektrisch te gaan. Volkswagen verkeert intussen in zwaar vaarwater omdat het Duitse concern te lang heeft gewacht met de overstap naar een elektrische markt. Mercedes heeft de productie van elektrische auto’s teruggeschroefd om zich meer te richten op de modellen met een verbrandingsmotor.

Je zou dus verwachten dat de Europese landen en merken staan te springen om maatregelen die de Chinese merken wat terugdringen. Maar dat is zeker niet het geval. Volkswagen is bang dat dit alleen maar voor meer problemen gaat zorgen. Deels omdat het merk vreest dat dit de import van onderdelen voor elektrische auto’s in de weg kan zitten, en deels omdat Volkswagen bang is dat China alleen maar harder terug gaat slaan waardoor die markt ook verdwijnt voor de Europese merken.

Politiek is niet verenigd

En ook op politiek niveau is men het nog niet helemaal eens. De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Antonio Tajani, die ook nog apart met Wentao af heeft gesproken, sprak deze week zijn expliciete steun voor de tarieven uit. Volgens Tajani zijn deze heffingen cruciaal om de eigen industrie te beschermen. Vorig jaar stond er geen enkel Italiaans merk in de top tien van de wereldwijde verkopers. De Italiaanse auto-industrie is verantwoordelijk voor ongeveer 5% van het Italiaanse Bruto Nationaal Product.

Maar in Spanje wordt die druk veel minder gevoeld. Premier Pedro Sanchez pleit juist voor samenwerking. “We moeten onze positie heroverwegen”, stelde de premier bij een evenement in China. “We willen geen handelsoorlog. We moeten bruggen bouwen en een compromis vinden tussen China en de Europese Unie.”

In tegenstelling tot Italië, is Spanje veel minder afhankelijk van de export van auto’s. Spanje moet het meer hebben van de export van (varkens)vlees, wijn, bier, zuivel en luxeproducten. China heeft al gesuggereerd dat als de tarieven niet van tafel gaan, er vanuit China tegen-tarieven kunnen komen op al die producten.

Brussel zet in op elektrisch wegennet

In Brussel hoopt men dat het gesprek met Wentao kan voorkomen dat het tot een echte handelsoorlog komt. De voornaamste eis van Brussel is dat Beijing de subsidies voor elektrische auto’s intrekt. Die subsidies zijn in veel Europese landen - waaronder Duitsland - al ingetrokken. Dat is volgens experts de belangrijkste reden waarom de Chinese merken de strijd met de Europese concurrenten lijken te winnen.

Intussen wil de Europese Commissie wel in blijven zetten op de elektrificatie van het Europese wagenpark. De belasting op CO2-uitstotende auto’s neemt binnenkort toe, elektrische modellen krijgen vaker vrijstelling van belastingen, en commissievoorzitter Ursula von der Leyen gaf recentelijk aan toe te willen werken naar een volledig uitstootvrije autoverkoop in 2035.