Overtollige cilinders aan de octaangoden offeren is helemaal van deze tijd. Dikke V8-diesels werden zescilinders, de vijf-in-lijn -voorheen bij Ford, Volvo en Audi- houdt alleen nog bij laatstgenoemde dapper stand, en Volvo doet alleen nog maar viercilinder-motoren of kleiner. Dit heeft als direct gevolg dat de S60 en V60 Polestar hun zespitter kwijtraken, en het voortaan moeten stellen met een 2.0 viercilinder.
Wie hier heel droevig over gestemd is krijgt een flinke pleister op de wond in de vorm van een nieuwprijs die bijna 25.000 euro lager ligt. Waar de vorige S60 en V60 Polestar voor 96.500 en 99.500 euro in de prijslijst stonden, noteren de nieuwe versies respectievelijk € 72.995 en € 74.995.
Nogal een verschil, maar niet heel verbazingwekkend: bij meer dan 4 cilinders moet bloeden in Nederland, iets dat vorig jaar al heel exemplarisch duidelijk werd toen Ford zijn nieuwe Mustang prijsde: de 2.3 Ecoboost viercilinder koop je vanaf 52.800 euro, voor de 5.0 V8 moet je met een alleszins schofterige 108.600 euro meer dan het dubbele van dat neertellen. Dit terwijl in de rest van de wereld het verschil hooguit 10 tot 15.000 euro is. #thankswiebes
Volvo sprenkelde wat de Poolsterrenstof op de vierpitter onder de kap van de S60 en V60, een turbo én supercharger doen de rest. Het resultaat van deze extra blaasinstrumenten: maximaal 367 pk aan power en 470 Nm draaimoment. De vorige generatie haalde 350 pk en 500 Nm uit zijn zes-in-lijn.
Verder bleef veel bij hetzelfde, maar dat kunt u hier teruglezen.