De Fiat 500 is misschien wel een van de meest bekende automodellen ter wereld. Geweldig voor de krappe binnenstad, een favoriet als eerste auto, klein, compact, comfortabel. Een volle bingokaart. Maar de huidige versie van de 500 gaat niet zo lekker op dit moment. Sterker nog, het gaat zo slecht dat de politiek zich ermee moet gaan bemoeien.
Momenteel verkoopt Fiat in Europa alleen de elektrische versie van de 500, creatief getiteld de 500e. Of nou ja, ‘verkoopt’... Om met Herman Finkers te spreken: “We hebben ze wel, maar we verkopen ze niet”. De 500e draait zo slecht dat Fiat de productie van de auto eerder al stop had gezet. Tijdelijk, uiteraard. Maar hoe lang die tijdelijke periode is, is wel weer veranderd. Oorspronkelijk had het tot 11 oktober moeten duren, maar dat is nu al verlengd tot 1 november.
Om de problemen uit te leggen, gaat de baas van Fiat het gesprek aan met de Italiaanse politiek. Carlos Tavares, de CEO van Fiat’s moederbedrijf Stellantis, verschijnt op 11 oktober voor het Italiaanse parlement. In een statement laat Stellantis weten dat Tavares “een uitgebreid beeld van de autoproductie in Italië kan schetsen. De complexe internationale en Europese situatie van de automotive sector vereist snelle reacties.”
Cijfers zijn zeldzaam in dit opzicht, maar in juli liet Fiat weten dat er in Europa zo’n 14.000 exemplaren van de 500e rondrijden. De Verenigde Staten blijven dramatisch achter, met slechts 439 exemplaren. Qua prijs en bereik valt de 500e in een overvolle markt waar vele andere automerken het beter lijken te doen dan de kleine Italiaan.