Alonso haalde in 2005 en 2006 in een Renault onder leiding van Flavio Briatore twee wereldtitels, was één van de jongste racewinnaars ooit, maar staat sindsdien droog. Bij Ferrari werd Fernando drie keer tweede in de eindstand, waarbij seizoen 2010 de meest bittere nasmaak zal hebben achtergelaten. In de laatste twee races verknalde Alonso een bijna zekere wereldtitel, die uiteindelijk nipt naar Sebastian Vettel ging.
Sinds zijn overstap naar McLaren-Honda in 2015 komt Fernando er niet meer aan te pas. Dit heeft alles te maken met de auto, en niet zo veel met de coureur. Na een absoluut eerste rampjaar vol falende bolides en een nijpend gebrek aan vermogen lijkt McLaren dit seizoen wat beter in vorm te zijn, maar er is nog een lage weg te gaan voordat het zich met de grote teams kan meten.
'Onzin', meent Alomso, die tegenover het Spaanse AS beweert dat het McLaren-team volgend jaar de constructeurstitel binnen kan halen. We zijn benieuwd of hij daar een wedje op wil leggen, de odds zullen sowieso aantrekkelijk zijn bij de gokkantoren. Voor wie geen Spaans spreekt: Sky Sports trok het artikel door de Spaans-Engelse vertaler. Belangrijkste citaat:
"Next year we want to win the world championship - it may sound strange being where we are, but the goal is that. I take it as a process of maturation waiting for better times."
Over zijn persoonlijke ambities laat Alonso zich niet uit, doch het lijkt ons logisch dat de sympathieke professional in de herfst van zijn carrière graag nog een keer een belangrijke trofee op zijn schoorsteenmantel in Oviedo bij wil zetten. Financieel is hij -met nog steeds zo'n 30 miljoen per jaar aan inkomen - al lang en breed binnen, maar een echte sportman doet het natuurlijk voor de eer.
Alonso heeft nog een contract tot en met 2017. Aan het einde van het volgende seizoen is hij 36, wat een mooie leeftijd is om nog een overstap naar -zeg- de LMP1-racerij te maken, of desnoods zijn geluk op de racebrommers te beproeven. Zijn liefde voor de F1 is er in het turbotijdperk, waarin brandstof- en bandensparen aan de orde van de dag is, in ieder geval niet groter op geworden.
Een niet-raceactiviteit zou ook kunnen, zo overwoog de Spanjaard al eens een wielerteam over te nemen. En als hij er echt even tussenuit wil, dan kan hij altijd nog gewoon een jaartje op een klapstoel in het zonnetje gaan zitten. Met niet meer dan twee wereldtitels op zak, zo vrezen wij, ondanks zijn eigen optimisme. McLaren heeft op snelheid en betrouwbaarheid nog een hele lange weg te gaan voordat het zich met de Mercedessen of de Red Bulls kan meten.