Hoe Opel langzaam verdwijnt uit Duitsland

De meeste mensen die aan Opel denken associëren het merk met Duitsland, en dat is logisch. Ook al staat de autobouwer al sinds 1931 volledig onder controle van General Motors (GM), het hart ligt in Rüsselsheim. De bulk van de productie echter niet.

Als Duits concern dat zich met een Duitse slogan nadrukkelijk als Duits profileert is Opel verrassend weinig bereid geweest te investeren in zijn thuisland. Natuurlijk: uiteindelijk is het het moederconcern GM dat de beslissingen neemt, maar de laatste jaren heeft Opel bijna alle werkgelegenheid uit Duitsland laten weglekken. Ook het enorme en tot nog toe geslaagde huidige modellenoffensief zorgt voor geen minuut aan extra werk voor de Duitse arbeider aan de lopende band van het merk met de bliksem. Hooguit zal de toeleveringsindustrie er wat profijt van hebben. 

In het kader van kostenbesparing heeft het bedrijf zich steeds meer uit Noord-Europa teruggetrokken. Aan het einde van het vorige decennium ging de fabriek in Antwerpen al kopje onder, en in 2014 werd ook de fabriek in Bochum de nek omgedraaid, wegens overcapaciteit van het destijds kwakkelende Opel. Altijd handig, in tijden van crisis een dure fabriek sluiten en als de markt weer aantrekt verdeel je de extra orders over je goedkope fabrieken. 

Sinds ook Bochum dicht ging zijn er nog maar twee Duitse faciliteiten over waar auto's worden gemaakt, bij het hoofdkwartier even onder Frankfurt en in het Oost-Duitse Eisenach, waar vroeger Wartburgs van de band rolden. Een schril contrast met letterlijk elke andere Duitse autofabrikant. En ja, Porsche, BMW, Mercedes en Audi maken auto's in een prijsklasse die het hen en stuk makkelijker maakt een deel van de productie in eigen land te houden, maar als ook Volkswagen ondanks zware klappen een half dozijn fabrieken draaiende kan houden in het moederland zien wij geen reden voor Opel om niet wat meer bedrijvigheid binnen de grenzen te behouden. 

Laten we de zaken eens op een rijtje zetten: van Opels omvangrijke en uitdijende portfolio (19 verschillende personenauto's and counting) worden alleen de Insignia, de Zafira (Rüsselsheim), de Corsa en de Adam (Eisenach) nog in Duitsland gebouwd. De Zafira verdwijnt per 2017 naar de Peugeotfabriek in het Franse Sochaux en het leeuwendeel van de Corsa-productie geschiedt al in het Spaanse Zaragoza. Eisenach krijgt de restjes. Een derde Duitse fabriek tot slot, in Kaiserslautern, produceert motoren en carrosseriedelen.  Hiermee worden eigenlijk alleen de Insignia (zijn opvolger komt volgend jaar) en de Adam in de meerderheid in Duitsland gebouwd. 

En de Opel Karl? Die komt uit Korea. De Ampera-e? Michigan, USA. De Mokka (X), Meriva, Corsa en vanaf volgend jaar de Meriva-vevangende Crossland X? Zaragoza, Spanje. De Astra? Polen. En dan is er nog de Grandland X, de C-segment SUV die er aan zit te komen. Door een uit 2012 stammend dealtje met PSA is het ook de Peugeotfabriek in Sochaux die deze 3008-rebadge (die volgens Opel overigens wel echt een eigen gezicht gaat krijgen) mag gaan bouwen. En de bestelwagentjes dan? Nope. Die worden allemaal in Engeland, het Iberische schiereiland of Turkije in elkaar geschroefd. Je zou haast denken dat de in Duitsland vrij machtige bonden totaal hebben liggen snurken terwijl al het werk over de grens verdween.

Na jaren van redelijke stuurloosheid - die overigens voor een groot deel te wijten is aan het GM-management dat te weinig oog had voor de Europese dochter - is Opel eindelijk weer wat koersvaster geworden. Het zwalkt minder, heeft al geruime tijd dezelfde CEO aan het roer, draait lekker en pakt ook in Nederland significant meer marktaandeel dan in voorgaande jaren. Vooralsnog is het in tegenstelling tot elke andere Europese autofabrikant echter qua productie nauwelijks aanwezig op zijn thuismarkt. Een verklaring? Wie het door een Opel-bril bekijkt kan het verlaten van Duitsland uitleggen door een weinig flexibele instelling van het Duitse personeel danwel een onwil om loonoffers te brengen, wie het met een vakbondsbril bekijkt ziet een harteloze shopmentaliteit waarin iets dat over de grens goedkoper is dan maar daar wordt gehaald. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

Tot aan 2020 heeft Opel een offensief van 29 nieuwe modellen op het programma staan. We zijn wel benieuwd of die Heimat hier nog een graantje van gaat meepikken, of dat ook al deze modellen door goedkope Spanjolen en staakfransozen in elkaar worden gezet. De meeste consumenten zal dit geen donder uitmaken, maar juist de Duitse arbeidersklasse die zich door de jaren heen veel met Opel geïdentificeerd heeft zal zich door het management verraden voelen. We sluiten af met wat mooie retroplaatjes uit een tijd dat nog bijna uitsluitend Duitsers verantwoordelijk waren voor het bouwen van Opels.