Oud Blik: What Would Jesus Drive?

Het is de laatste zondag van de advent, dus voordat we volgende week allemaal in onze wagens stappen voor een avondje gourmetten met de schoonfamilie mogen we best even stilstaan bij de Jarige Job: What Would Jesus Drive?

Zoals ernstige grefo’s visjes op de achterkant van hun Toyota plakken heb je in de Verenigde Staten mensen die een sticker op hun bumper plakken met vier letters: WWJD. Het is een afkorting voor “What Would Jesus Do?”; het wachten is op een grapjas die er zo’n “De Heer in het Verkeer is vaak een Vrouw”-plakkaatje naast plakt. Tja, in het Nieuwe Testament vrij uitvoerig beschreven wat Jezus allemaal gedaan heeft en hoe Hij het graag ziet dat u zich gedraagt in het (maatschappelijk) verkeer. Daar hoeven we dus niet heel diep over na te denken. Nee, een betere vraag is: What Would Jesus Drive?

In Bijbelse tijden waren er vanzelfsprekend nog geen automobielen en de Heiland kwam dan ook de stad binnen op een bescheiden ezeltje (maar dat verhaal bewaren we voor Pasen). Het siert de man: eenvoudig, onpretentieus en snelheid en comfort mogen best wat te onder een deugdzame zuinigheid. Zijn opvolgers in Rome pakten het wat minder bescheiden aan. Van Mercedes 600’s tot zwaar gepantserde G-Wagens tot enorme bussen: het thema was groot, groter grootst (dat, en zwaaiplatformen om de massa's te groeten). Niet geheel ten onrechte, want eigenlijk is het ook geen gezicht, een klein volks autootje in Rome, tussen de meesterwerken van Michelangelo, Bramante en Bernini. Nee, dan zo’n groot duur Duits wondertje van ingenieurskunst of, als het echt P.C. Hooft-correct moet, een Range Rover.  

Toch is er met het aantreden van Paus Franciscus weer een terugkeer naar de ezeltjes ingezet. Alleen als het écht moet gaat de Heilige Vader met zijn gepantserde bak, maar het liefst neemt hij zijn ouwe wagentje, een simpel Fordje Focus. Jammer, toch dat het niet het Fiat 500 is: het is een grappig cliché in Italië om verwarde dorpspastoors of onmogelijke aantallen nonnetjes in Fiatjes op te voeren. De oude 500 is ook een perfect wagentje: bescheiden, bereikbaar voor de gewone man, maar toch ontzettend charismatisch. Een ezeltje dus: hard gaat het niet, maar het werkt prima. Het was dan ook mooi dat toen de Paus de Verenigde Staten bezocht hij zich ook liet vervoeren in een 500, zij het de eigenlijk iets te grote crossover-versie. Hoe dan ook, het eindoordeel staat: what would Jesus Drive: een Fiat 500.