Bij BMW's elektrische debacle hebben we al eens eerder uitgebreid stilgestaan, hier zullen we niet over in herhaling vallen. Inmiddels is echter wel duidelijk dat ook bij het management de bereidheid om te investeren in de elektrische auto definitief weg is en daarom verlegt de automaker het hoofdaccent naar zelfrijdende technologie. Autonoom rijden en car-to-x-communicatie heeft op BMW's onderzoeksafdeling altijd al een belangrijke rol gespeeld, maar zal nu nóg meer prioriteit krijgen ten koste van de elektrische auto. Hier valt iets voor te zeggen, want hoe later je instapt in elektrische technologie, hoe meer je met je eerste product kunt. De gedane investeringen moeten dan maar voor lief worden genomen.
BMW-manager Hildegard Wortmann verpakt de boodschap heel slim in een interview met Autocar: BMW i moet niet gezien worden als elektrisch merk, maar als technologiedrager voor de nieuwste ontwikkelingen. Net zoals de elektrische tech uit BMW's i-range zijn weg heeft gevonden naar de plug-in hybride modellen van kernmerk BMW zal dit ook met zelfrijdende technologie gebeuren. Met andere woorden: 'project elektrisch' is kennelijk afgerond dus nu kan BMW i zich richten op 'project autonoom'. Een mooi eufemisme om de stroeve eerste 5 jaar van BMW i recht te praten en tegelijkertijd aan te geven dat de geldkraan voor elektrische auto's flink dichtgedraaid wordt. Maar niet helemaal natuurlijk: in 2021 verwachten we nog steeds een episch elektrisch vlaggenschip van de Beiers. Of je daarvoor per sé een duur submerk nodig hebt? Mitsubishi, Nissan, Volvo en alle anderen met PHEV's in het aanbod niet, die gingen er gewoon mee aan de slag.
Vervolgens draaft Wortmann door, door te stellen dat BMW 'het grootste aantal PHEV's op de weg heeft', wat een regelrechte onwaarheid is: tegenover de vier batterij-auto's van kernmerk BMW heeft concurrent Mercedes er al zes. Maar eerlijk is eerlijk: zodra de nieuwe 540e op de markt komt heeft BMW in elk segment behalve bij de SUV's iets geëlektrificeerds te bieden. Al met al een dure grap, want laten we niet vergeten dat 98% van de afzet gewoon nog conventionele auto's betreft. Elektrische projecten zijn relatief gezien schreeuwend duur, maar je kunt er als fabrikant met het oog op zowel de toekomst als je eigen imago niet omheen.
Het is momenteel geen makkelijke tijd om autofabrikant te zijn. Naast het gegeven dat elke toezichthouder van je eist dat je zo schoon mogelijke auto's maakt staan we tegelijkertijd aan de vooravond van één van de grootste revoluties in de automobiele geschiedenis. Als management is de kant die je nu opgaat en de mate van afwachtendheid leidend voor de komende jaren. Het is vooral een kwestie van budget: je kunt elke euro maar één keer uitgeven en kennelijk was er in het senior management van BMW te veel weerstand om nog veel meer geld in het bespoedigen van de elektrische auto te pompen. In september 2016 liet het hoogste management de Autosalon van Parijs schieten om in Duitsland te overleggen over de toekomst en kennelijk heeft CEO Harald Krüger -zelf een voorstander van de elektrische auto- de rest daar niet voldoende kunnen overtuigen om nog een paar miljard in het nogal stroef lopende elektrische project (nauwelijks verkopen en concurrenten die het beter en goedkoper doen) te storten.
Overigens moeten we niet doen alsof keuzestress alleen iets voor BMW is, elke autofabrikant kampt er mee. Auto's ontwikkelen is loeiduur, en waar traditionele fabrikanten vroeger alleen een benzine- en dieselmodel moesten ontwikkelen krijgen ze tegenwoordig ook te maken met de ontwikkeling van elektrificering, waterstofauto's én van autonome functies. Allemaal projecten die geld kosten, terwijl de aandeelhouders aan de andere kant eisen dat er een zo groot mogelijke winst wordt gedraaid. Maar aan de andere kant: als een kleine speler als Volvo ook op bijna al deze paarden wedt zien we niet in waarom een vier keer zo grote Duitse luxefabrikant dit niet zou kunnen.
Gelukkig komt er op andere vlakken nog genoeg lekkers aan van BMW, zoals de nieuwe Z5 en natuurlijk de 8 Serie.