You don't say. Jongeren hebben steeds minder vaak een auto

Soms moet je in het kader van de wetenschap open deuren intrappen, iets waar het CBS vaak tegenaan loopt in zijn onderzoeken. Zo ook vandaag, toen de meetlat naast autobezit onder de verschillende Nederlandse leeftijdsgroepen werd gelegd.

Vandaag publiceerde het CBS een studie naar het autobezit en aantal gereden kilometers onder particuliere autorijders. Hieruit ontstaat het beeld dat de leeftijdsgroepen 18-30 en 30-50 jaar steeds minder kilometers draaien, terwijl de doelgroep van Henk Krol (de 50-plussers dus) juist vaker de auto pakt. 

Voor iedereen die een beetje logisch kan denken zal dit geen verrassing zijn: ten eerste wordt de groep van 50-plussers steeds groter, en meer mensen maken meer kilometers. Vooral de leeftijdsgroep 65-75 jaar rijdt wat af, niet geheel toevallig zijn dit de babyboomers die tussen 1945 en 1950 geboren zijn. Daarnaast zien we de trend dat vooral jongeren in stedelijke gebieden steeds minder met een auto kunnen: de kosten wegen vaak al lang niet meer op tegen het gemak en er zijn steeds betere mobiliteitsalternatieven. Wie sporadisch eens de stad uit moet en geen zin heeft om het OV te nemen, die pakt Greenwheels of een Uber.

Ook al groeide het aantal jongeren van 18-30 jaar in de laatste 10 jaar, hun autobezit daalde als enige. De groep van 30-50 werd relatief ook autorijker, maar maakte wel minder kilometers. Hun auto staat dus (nog) vaker stil, wat de deur openzet naar slimme autodeeloplossingen, als dit er ooit van gaat komen. De enige groep die ook echt relatief meer auto's aanschafte en kilometers draaide,  is die van de 75-plussers. Vandaag de dag ben je met 75 ook wat vitaler dan vroeger, doch meer oudjes achter het stuur brengt ook de nodige risico's met zich mee, ook al worden ze om de 5 jaar gekeurd. Gelukkig heeft verkeersminister Schultz hier dé oplossing voor gevonden.

Tot slot, welke modellen doen het goed bij de verschillende leeftijdsgroepen?  Volkswagen blijkt een allemansvriend. Het grootste merk van Nederland zet de Polo's en de Golfjes even makkelijk bij de jongeren als bij de ouderen weg. Daarnaast zien we de usual suspects: de Scénic oefent een haast magische aantrekkingskracht uit op kreukelgezichten, en petjes rijden in een kleine B-segment hatchback. Het stereotype beeld is bij dezen bevestigd.

Het rare is echter wel dat een merk als Toyota niet van de vergrijzingsgolf kan profiteren: jaar na jaar leveren de Japanners aandeel in op de Nederlandse markt terwijl het alle ingrediënten heeft die ouderen aanspreken. Is onze veronderstelling dat Toyota het vooral goed doet bij bejaarden dan onjuist? U mag het zeggen.