Audi-baas mag ondanks matige resultaten tot 2022 blijven

Rupert Stadler is al 10 jaar de hoogste baas bij Audi, en als het aan de Duitsers ligt plakt hij er nog 5 jaar aan vast. Een teken van vertrouwen in een tijd waarin het op de grote markten niet bepaald denderend gaat.

Een stukje consistentie in het leiderschap is voor een multinational onmisbaar. Aan de top van de grote autoconcerns zien we daarom al jarenlang dezelfde gezichten: Ghosn bij Renault-Nissan, Zetsche bij Daimler en natuurlijk Marchionne bij FCA. Rupert Stadler van Audi is eveneens een oldtimer: eind 2006 volgde hij bij Audi de naar VAG gepromoveerde Martin Winterkorn als hoogste baas op.

In de afgelopen 10 jaar bouwde Stadler het merk met de ringen zeer succesvol op, doch de laatste jaren is de glans er een beetje af. Audi leek even op weg de grootste premiumfabrikant ter wereld te worden, maar wordt de laatste tijd redelijk om de oren geslagen door Mercedes en BMW (grafiekjes hier) en het voelt - in tegenstelling tot de concurrentie - de pijn van dieselgate. Maar ook in dieselloze landen loopt het stroef: afgelopen maand nog verloor Audi zijn royale marktleiderspositie op de Chinese markt: het noteerde een verkoopmin terwijl BMW en Mercedes groeipercentages van meer dan 30% boekten en allebei langszij kwamen. De liefde van de Chinees voor Audi lijkt vooralsnog bekoeld.

Maar goed, verkopen zijn altijd een momentopname, en Audi plant een flink (SUV-)offensief om de aansluiting met de concurrentie niet te verliezen. Kennelijk is Stadler nog steeds de meest geschikte kandidaat om het merk de komende vijf jaar te leiden. Met het oog op de elektrificatie en autonome ontwikkeling worden dit zeer cruciale jaren en dan kan het geen kwaad om een oude rot in je gelederen te hebben. Relatief dan, want met zijn 54 jaar kan Stadler nog wel even mee. Volgens Reuters wordt de contractverlenging later vandaag door de Raad van Toezicht bekrachtigd.