Met de Volkswagen up! GTI naar Monaco [RIJTEST]

Volkswagens kleinste is onder handen genomen door het team dat de GTI-badges uitdeelt. Dat betekent, rode strepen, ruitjesbekleding, een GTI-stuur, een zesversnellingsbak en een krachtigere motor. Maar is het wat?

De Up was er al als versie met een 90 pk eenlitermotor. Dat was nog niet genoeg en daarom schepte Volkswagen de 115 pk sterke versie van de 1,0 TSI die we kennen uit de Polo en de Golf voorin de auto. Is dit de opvolger van de oer-GTI uit 1976? Volkswagen wijst bij de introductie van een nieuwe GTI altijd nadrukkelijk naar de historie van de drieletterige badge. De familiestamboom loopt inmiddels al 42 jaar terug tot de 110 pk sterke Golf GTI uit 1976. Die auto is bijna even groot en even zwaar (licht) als de Up (sorry Volkswagen, maar die naam met kleine letter en uitroepteken is te moeilijk). Waar de Golf inmiddels bijna is verdubbeld in formaat en ruimschoots twee keer zoveel pk's meedraagt, is de Up een lekker klein maar compleet automobiel.

Met zijn 115 pk driecilinder heeft de Up vijf paarden meer dan de originele Golf GTI uit 1976. De overige cijfers komen ook overeen: topsnelheid van 196 km/u (was in 1976 182 km/u), nul naar honderd in 8,8 seconden (was 9,0 seconden) en een gewicht van 1.070 kilo (was 810 kg). Dat toegenomen gewicht kan je toerekenen aan een veel hogere veiligheid die in de auto zit: airbags, grotere remmen, computers en beter staal.

We pikten op een regenachtige dag een van de testauto’s op bij het vliegveld van Nice en reden ermee naar Monaco om te kijken of het een echte GTI is geworden. 

Van buiten zie je meteen een GTI staan. Tussen de koplampen zie je de kenmerkende rode streep staan met daarboven het GTI-logo. De zeventien inch velgen in ‘Brands Hatch’ ontwerp zijn speciaal voor dit kleine wagentje getekend. Tussen de wielen laat striping zien dat je met een snelle(re) auto te maken hebt. Een ander kenmerk van de ‘dikke’ VW is het zwarte dak. Achterop steekt één schamel verchroomd stuk uitlaat uit de bumper. De GTI-eer wordt echter hooggehouden door het logo en de spoiler die bovenaan de achterklep huist. De engineers bezweren dat die flap er echt zit om ervoor te zorgen dat de auto bij hoge snelheden niet te licht wordt aan de achterkant. Over hoge snelheid gesproken: deze voorwielaandrijver gaat maximaal 196 kilometer per uur, wat voor zo’n kleine auto toch echt wel extreem hard is. Het is alleen wel jammer dat VW de Up die vier of vijf kilometer per uur extra niet mee heeft gegeven, zodat hij 200 km/u loopt. Wellicht komt er ooit nog een Up GTI met ietsje meer.

Om zijn snelheid weer te verliezen zitten er vijftien inch remmen in de voorwielen. Ze zorgen ervoor dat deze Up de grootste remmen van alle Ups heeft. Het zijn overigens dezelfde exemplaren die je doorgaans (zonder rode behuizing) in een Golf zou aantreffen. Het sportonderstel zorgt ervoor dat de auto 15 millimeter is verlaagd, verder hebben de ontwikkelaars steviger veren en dempers gemonteerd. De spoorbreedte van de mini-GTI is met acht millimeter toegenomen, terwijl de wielen aan de binnenkant juist vier millimeter dichter tegen elkaar aan staan.

Nadat je de motor start, hoor je meteen een indrukwekkend geluid. De driecilinder klinkt van achter het stuur alsof je een halve Porsche aan boord hebt. Helaas, aan de buitenkant is daar helemaal niets van de te merken, het komt door de geluidsactuator die in de motor zit. Het is helemaal nep dus. Jammer. Maar goed, je zit zelf aan de binnenkant van je eigen auto, dus wat interesseert jou de buitenwereld? Die actuator gebruikt de voorruit als een soort speaker om je de illusie van een reusachtig scheurmonster te geven.

In de motor heeft Volkswagen met de nokkenassen gespeeld om zowel betere prestaties als minder uitstoot te realiseren. Zo'n zuinig turbomotortje heeft echter juist last van vrij veel deeltjesuitstoot, vandaar dat deze Up als eerste benzineauto van VW een deeltjesfilter heeft dat daar weer 95% van opvangt. De auto is meteen ook d eerste die door de nieuwe WLTP-cyclus is gegaan en nu op 5,7 liter/100 km is getest (vroeger ten tijde van NEDC zou er 4,8 l/100 km gestaan hebben).

Vanaf het vliegveld rijden we door het centrum van Nice om op de bergwegen richting Monaco te komen. De stoplichten op de Boulevard des Anglais bieden de kans om steeds de acceleratie weer even uit te testen, en jawel dit is een rappe auto. De zitpositie is exact hetzelfde als in de andere Ups, er zit alleen maar andere (ruitjes)bekleding op de stoelen. Als we na het stadscentrum op de kustwegen terechtkomen kunnen we de handling van de auto wat beter testen. Het voelt goed, sowieso rijdt een Up al lekker en met dit stevigere onderstel komt dat nog beter naar voren. De zesbak schakelt soepel, maar brengt ons bij een overpeinzing: de Up is een stadsautootje, zou die nou niet ideaal lenen voor een automaat of DSG?

Vooral in de file op het circuit van Monaco (helaas, in verband met de Rallye de Monte Carlo is er geen doorkomen aan) denken we weer aan de DSG. Ja, met een rijtje auto's achter elkaar stilstaan maakt je liever lui dan moe. De tunnel onder hotel Fairmont drukt je ook weer met de neus op de feiten: als je het raam opendoet hoor je helemaal niets uit de uitlaat komen.

Als we de snelweg opdraaien laten we de 115 pk weer los door het gaspedaal in te drukken. De snelheid stijgt lekker snel en het voelt allemaal heel sportief aan in het kleine coconnetje dat de Up is. Het moet gezegd worden dat tijdens langere ritten die blitse geluidsactuator best de keel uit kan gaan hangen. Dan is er echter de zesde versnelling die de auto in de cruise-stand zet, alles wordt een stuk rustiger.

Alles bij elkaar is de Up GTI een leuke auto. Het is alleen de vraag of Volkswagen nu niet heel erg inzet op het verwateren van de legendarische GTI-badge. Deze auto heeft op zijn motor na eigenlijk niets speciaals in zich. Het rijdt lekker en is sportiever dan een standaard Up, ook de uitrusting is -met bijna alle opties standaard aangevinkt- behoorlijk luxe. Desondanks bekruipt je toch het gevoel dat dit niet echt die GTI is waar de badge je op doet hopen. Het blijft een schattig stadsautootje en geen boy-racer/hot-hatch.