/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fautobahn%2Fdeb5681aa4_ANP-52878652.jpg)
In Oostenrijk was het één groot gekkenhuis met Nederlandse Formule 1-fans en ook in Hongarije en Duitsland waren veel Nederlanders langs de kant te zien. Volgens de Telegraaf kan dat in België nog eens gaan tegenvallen, er zijn vrij veel kaarten te koop. Vreemd, want het kost veel meer moeite om helemaal in Zuid-Duitsland en Oostenrijk te komen, om maar niet te spreken over de afstand tot Boedapest.
Volgens een van de ticketverkopers ligt het waarschijnlijk aan de Belgen zelf. Tegen de Telegraaf zegt de woordvoerder: "Mensen reizen blijkbaar probleemloos naar de verder weg gelegen circuits, maar laten het Belgische circuit dit jaar links liggen." Het circuit heeft te weinig tribuneplaatsen en de sanitaire voorzieningen zijn beneden peil: "Francorchamps kent wat uitdagingen." Ook de prijzen van eten en drinken rondom de baan worden als een obstakel gezien.
De kers op de baaltaart is echter de infrastructuur rondom het circuit. Het duurt uren om er te komen en wegkomen is helemaal een drama. Soms staan de coureurs zelf in de file, waardoor ze bijna hun eigen race missen omdat het schitterende asfaltlint in de Ardennen bijna niet te bereiken is.
Wellicht valt het uiteindelijk allemaal wel mee. De organisatie van de Duitse Grand Prix klaagde ook dat de kaartverkoop achterbleef, maar uiteindelijk zaten alle tribunes vol tijdens de Grote Prijs van Duitsland. En anders volgend jaar de eventuele GP van Nederland in Assen.