'Gezonken autoschip met 4.000 auto's aan boord wordt niet geborgen'

De Felicity Ace houdt de gemoederen al bijna twee weken goed bezig. Op woensdag 16 februari werd de bemanning van het grote roll-on roll-off autoschip ter hoogte van de Azoren geëvacueerd vanwege een uitslaande brand.

Het schip was onderweg vanuit het Duitse Emden naar het Amerikaanse Davisville, Rhode Island met een lading VAG-producten, waaronder 1.100 Porsches, 189 Bentleys en 100 Lamborghini's. De hevige brand bleef door de aanwezigheid van veel elektrische modellen met brandbare accu's in stand en was van buitenaf bijna niet te blussen.

3.000 meter

De vuurzee leek na bijna een week uit te doven, maar gisteren kwam het nieuws dat de Felicity Ace alsnog gezonken was. Het vrachtschip begon water te maken en te kapseizen, waarna het onder de golven verdween.

Uiteindelijk kwam ze zo'n 3.000 meter lager op de zeebodem tot rust. Prima, tijd om de berging te starten, zou je denken. Volgens Gijs Olsthoorn van bergingsbedrijf Koole Contractors zal het echter niet zo ver gaan komen.

Onrendabele operatie

Tegenover de Nederlandse afdeling van TopGear gaf Olsthoorn aan dat er waarschijnlijk helemaal geen bergingsactie opgezet zal worden om de Felicity Ace en haar lading aan land te brengen. Het schip ligt simpelweg te diep om de operatie op een rendabele manier te kunnen uitvoeren:

"Ik weet 100 procent zeker dat ie niet meer omhoog komt. Wellicht zal er een kleine poging gedaan worden om nog wat gevaarlijke materialen te bergen, maar die kans zie ik ook als nihil. Het is supercomplex op zo’n diepte. 3.000 meter is zo verschrikkelijk diep, daar heb je haast geen materieel voor beschikbaar om dat nog voor elkaar te krijgen. Het meest voor de hand liggende is een ROV, een op afstand bestuurbare duikboot. Die is op 3.000 meter ook heel beperkt."

Origineel zou bergingsbedrijf Nederlandse Boskalis de redding van de Felicity Ace op touw nemen, maar dat was nog voordat het schip ten onder ging. De Alp Guard, dat ook hielp het legendarische blokkeerschip Ever Given uit het Suez-kanaal te bevrijden, komt dus niet in actie.

Geen verantwoordelijkheid

Het achterlaten van het schip op de bodem levert geen juridische problemen op. Felicity Ace ligt namelijk buiten de jurisdictie van Portugal, waardoor het land geen verplichting heeft om alles op te ruimen. Het schip ligt namelijk in internationale wateren, waardoor het Japanse MOL, de eigenaar van het schip, eveneens niets aangerekend kan worden.

Eventuele lekken zullen moeten worden opgeruimd, maar feitelijk is er niemand verantwoordelijk. Vanwege de enorme diepte heeft het weer bovendien geen invloed op de Felicity Ace, waardoor de kans op extra schade nihil is. Daarnaast stollen de aanwezige vloeistoffen door de ijzige kou. Zo zijn lekken onwaarschijnlijk.

Per ongeluk expres

Dat klinkt allemaal alsof het bijzonder goed uitkomt voor de betrokken partijen. Nu hoeft niemand geld te steken in het bergen, afladen, demonteren en afladen van alle auto's en hoeft het enorme, zwaar beschadigde schip verder niet gesloopt te worden. Je zou bijna denken dat het autoschip even per ongeluk expres naar de zeebodem gestuurd is. Olsthoorn kan zich echter niet in die lezing vinden:

"Wat je preventief doet is een schip niet bij de haven positioneren, dat zou grotere consequenties kunnen hebben. Dat wil je nooit. Als een schip dreigt te zinken, dan sleep je hem niet naar een haven. Daarom blijven ze op diepe wateren. Het is niet doelbewust in de vorm van, 'dan ligt hij lekker diep en hoeven we er niet meer naar om te kijken'"