Snelheidsbegrenzers zijn de duivel

Het 'herenakkoord' met de bijbehorende snelheidsbegrenzing op 250 km/u is een oude achterhaalde maatregel die - net als de Milieuzone's - zo snel mogelijk geschrapt moet worden.

Ooit was er een ongeschreven regel tussen de Duitse autofabrikanten en hun overheid: bouw gerust bizar krachtige sedans, estates, en coupés, maar begrens ze bitte wel op 250 km/u, dan houden wij onze epische Autobahn vrij van snelheidslimieten, waar dat kan.

Dat was toen, en dit is nu. Anno 2016 toucheer je met een modaal vierpittertje (een BMW 330i of 528i bijvoorbeeld) al met gemak de 250 km/u, maar toch kiezen fabrikanten ervoor om ook elk model hierboven op 250 km/u te cappen, inclusief de absolute topmodellen die zonder begrenzer de 300-barrière op hun brede slofjes slechten. Waarom? Zodat ze voor een paar duizend euro extra de begrenzer naar 280 of 305 km/u kunnen verleggen. Biggie Smalls had het al heel vroeg in de smiezen: #getmoney.

Ergens is het een ontzettend kromme gedachte dat je voor 200.000 euro een dikke afgeladen M5 koopt, maar dat deze investering voor de fabrikant nog niet voldoende om de snelheidbegrenzer er af te halen, of in ieder geval op zijn minst een stukje te verleggen. Nee, je moet nog een paar duizend euro op tafel smijten, en een Driver’s Package bestellen, dat je in staat stelt 305 dikke kilometers op de teller tevoorschijn te toveren. Voor de duidelijkheid: als je voor bijna 10 mille een Competition Package aanvinkt krijg je wel meer pk’s, maar moet je alsnog een paar duizend euro extra op tafel leggen, waarna BMW je met liefde DP’t. Bovenstaande gaat overigens net zo hard op voor kopers van een RS6/E63. Cash rules everything around me...

Nu hoor ik je vragen: ‘is 250 niet genoeg dan?’. In verreweg de meeste gevallen natuurlijk wel, maar daar gaat het niet om. Geen normaal mens kan een triple bypass burger op, maar toch staat er een quadruple-variant op het menu van The Heart Attack Grill. Omdat het kan. En uit naam van ongebreidelde gulzigheid. Zoals Homer J. Simpson stelde: If God didn't want us to drive fast, he would have made gluttony a sin.

De centrale vraag omtrent begrenzers is: waarom zou je een superpotente auto maken, en deze vervolgens afknijpen? Dat is net zoiets als 100 kg kunnen bankdrukken, maar toch slechts 50 kilo aan je stang hangen. Boksen met 1 hand op je rug. Of in het Okura een stukje Kobe-rund bestellen en de helft wegmikken. Of een hele mooie TV kopen, en daar een plastic zak overheen trekken. Enfin, u snapt mijn punt: net zoals Johnny Cochran’s Chewbacca-verdediging: een snelheidsbegrenzer op een pk-monster, it doesn’t make sense.

Bovendien: waar de teller bij sedans,estates, en tegenwoordig ook SUV’s steevast bij 250 stopt met klimmen, hebben de supercars van de Duitse Drie geen begrenzer: de R8 en de AMG GT S knakken de 300-grens met speels gemak, en BMW… BMW is wat drukker met batterijen en Active people movers. Da’s voor sommige mensen (het type dat vaker de Nordic Walking-stokken door de vuist laat gieren dan zijn versnellingspook) ook een vorm van Freude am fahren.

Anno 2016 is het volstrekt onverkoopbaar een auto met grofweg 600 pk te verkopen, en hier af-fabriek een restrictor op te zetten. De Duitse fabrikanten zijn het aan hun stand en aan hun kopers verplicht om subiet de begrenzers van op zijn minst hun volbloed-sportmodellen te trekken. Al was het alleen al om een stukje extra onderscheid te maken tussen deze auto's en alle halfbakken AMG Sport- en M Performance-lauwigheid die de laatste jaren de lineup is komen bevolken.