Deze funauto's grijpen net naast de oldtimerregeling 

We blijven in Nederland maar klassiekers aanschaffen, maar de voorraad is helaas niet oneindig. Vanaf 2028 komt er namelijk definitief een rem op de regeling. Alles dat na 1987 op de markt gekomen is telt volgens de Neerlandsche overheid niet als volwaardige automobiel erfgoed. Deze zes modellen met een introductie in 1988 bewijzen echter het tegendeel.

1 | Volkswagen Corrado

De opvolger van de Scirocco is een icoon uit de hoogtijdagen van de betaalbare sportcoupe. Met de Corrado mikte Volkswagen echter op een hoger segment. De auto stond aanvankelijk weliswaar op het platform van de Golf II, maar was door zijn futuristische lijnvoering, automatische achterspoiler en exotische G-lader een volwassen, high tech paradepaardje.

Bij zijn lancering was de Corrado te krijgen met twee motoren: de 134 pk sterke 1,8 16V uit de Golf GTI 16V en G60, een achtkleps blok met de befaamde G-Lader en 160 pk. Op de goddelijk klinkende VR6 moesten we helaas nog vier jaar wachten.

2 | Nissan 200SX (S13)

De 180/200/240SX is hét lievelingetje van de tuningscene en met name de driftwereld. Het neutraal sturende S13-chassis leent zich nu eenmaal perfect voor keihard zijwaarts scheuren. Als kind van de 90s en 00s is het moeilijk voor te stellen, maar de SX en haar Silvia-zusje stammen alweer uit midden 1988.

Voor het eerste modeljaar had je de keuze uit een natuurlijk ademende 1,8 liter CA18DE viercilinder, of een geblazen variant van dezelfde motor. Dat leverde je respectievelijk 133 en 170 pk op. Een handgeschakelde vijfbak of een viertraps automaat stuurde het vermogen naar de achterwielen.

De motoren waren eigenlijk één op één overgedragen uit de S12. In Nederland kon je de auto alleen krijgen met de CA18DET. De latere tweeliter SR-series bleven behouden voor de Japanse markt.

3 | Opel Vectra 2000 4x4

Een Vectra? Ja, een Vectra. De belegen familiesedan doet in vrijwel alle uitvoeringen weinig om de petrolhead tot extase te brengen, maar al kort naar de lancering kwam Opel met een belangrijke uitzondering: de 2000.

Het sportieve model nam de inmiddels beroemde C20XE tweeliter zestienklepper uit de Kadett E GSi 16V over, goed voor een destijds forse 150 pk. Het vermogen van het mede door Cosworth ontwikkelde blok kon nog verder beteugeld worden met de 4x4-optie. De auto kon in die uitmonstering en een sprinttijd van 0-100 in 8,5 seconden de gemiddelde BMW het knap lastig maken.

Het echte vuurwerk kwam echter pas in 1992 met het debuut van de exotische Vectra Turbo 4x4. Die op het oog vrij bescheiden sedan kreeg dezelfde aandrijflijn als knappe zusje Calibra mee: de geblazen C20LET met 204 pk verdeeld over alle vier de wielen. Een sprinttijd van 6,8 naar de honderd en een top van maar liefst 240 kilometer per uur waren het resultaat.

4 | BMW Z1

BMW stond eind jaren '80 nu niet bepaald bekend om z'n frivole uitspattingen. In 1988 kwam daar op spectaculaire wijze verandering in door de komst van de Z1. De aparte roadster leende de aandrijflijn van de E30 325i, maar was op vrijwel alle andere vlakken uniek.

Zo beschikte de Z1 over een exotische kunststof carrosserie, een speciaal voor de auto ontwikkelde multilink 'Z'-achteras en minuscule deurtjes die in de body wegzakten. Je kon dus vrolijk rondcruisen met de deuren open en genieten van de 170 pk sterke zesinlijn en de standaard handgeschakelde vijfbak.

BMW zou uiteindelijk slechts 8.000 Z1's in elkaar weten te schroeven over een periode van drie jaar.

5 | Suzuki Vitara

And now for something completely different. Suzuki's serie kleine offroaders zijn nog altijd mateloos populair bij 4x4-enthousiastelingen, maar modellen als de SJ en Samurai beginnen zo langzamerhand steeds zeldzamer te worden. Opvolger Vitara wordt hierdoor een steeds meer aantrekkelijke optie.

De Vitara verscheen in juli 1988 op de Japanse markt onder de naam Escudo. Ja, dat is dezelfde naam als die van dat Pikes Peak monster uit Gran Turismo 4. De standaard wagan had echter geen 900 pk twin turbo V6, maar een bescheiden 1,6 liter viercilinder met 80 pk. Een tweeliter zescilinder verscheen pas in 1994.

6 | Audi V8

De Audi V8 was een mijlpaal in de geschiedenis van het merk met de vier ringen. Het model wordt vaak ondergesneeuwd vanwege het commerciële en kritische succes van opvolger A8, maar was de eerste echte stap van Audi naar het topsegment.

In basis was de auto een grondig herziene versie van de bestaande 100/200. Het grote verschil zat 'm onder de kap. Daar vond je namelijk een 3,6 liter V8, een afgeleide van een set 1,8 16V Golf GTI-motoren. De 250 pk werd via een viertraps automaat en een quattro-systeem uiteraard naar alle vier de wielen geleid.

Ondanks zijn hoogwaardige afwerking en riante optielijst kon de V8 zijn roots niet verhullen, waardoor rivalen BMW en Mercedes wat betreft marktaandeel nog niet veel te vrezen hadden.

Datzelfde gold echter niet voor het circuit. In 1990 verbaasde Audi namelijk vriend en vijand door met de forse V8 de lichtgewicht speciaaltjes van BMW en Mercedes grondig te verslaan in de Deutsche Tourwagen Meisterschaft. Zelfs met flinke bakken strafgewicht kon Audi dat trucje in 1991 doodleuk herhalen. Daarmee werd het het eerste merk dat een titel prolongeerde in de DTM.

Het jaar erop werden de restricties echter zo zwaar dat Audi tot valsspelen overging om bij te kunnen blijven. Het merk werd echter betrapt en gediskwalificeerd. Uit schaamte trok Audi zich permanent terug.