Als het op de Formule 1 aankomt, kunnen we 1975 waarschijnlijk het beste vergelijken met het jaar 2022. En in deze vergelijking is Ferrari-coureur Niki Lauda de equivalent van Max Verstappen. Lauda had een trage start van het jaar, vooral door wat technische mankementen. Maar na een paar races greep hij de leiding in het kampioenschap. Bij het ingaan van de race op Zandvoort had Lauda drie races op rij gewonnen en stond hij al meer dan een volledige race voor op de nummer twee in het kampioenschap.
Dat betekent niet dat er een gebrek aan talent op de grid stond dat jaar. Regerend wereldkampioen Emerson Fittipaldi reed bij McLaren, het team dat hem een jaar eerder de titel had opgeleverd. Toekomstig wereldkampioen (en hoofdrolspeler in onze vorige editie) Jody Scheckter reed voor Tyrrell. Lauda’s teamgenoot Clay Regazzoni was ook bepaald geen slechte coureur.
En veel, veel verderop stond James Hunt. De Brit had zichzelf bewezen als een snelle coureur, maar hij had ook bewezen erg goed te zijn in crashen. Door een combinatie van mechanische problemen en eigen fouten had hij pas twee keer de finishlijn gehaald dat jaar. Hij was een veelbelovend talent, maar de andere topcoureurs besteedden niet echt veel aandacht aan hem.
Hunt gokt tegen de regen in Zandvoort
Vlak voor het begin van de race op Zandvoort, toverde de Nederlandse regen het circuit om tot een verlengstuk van de Noordzee. Het circuit was zo doorweekt dat alle teams de auto set-up volledig overhoop gooiden. De kwalificatie was namelijk onder droge omstandigheden gereden, dus de set-up van de auto’s was totaal niet voorbereid op een regenrace.
Maar niet iedereen paste zijn auto aan. Hunt keek namelijk verder dan alleen het circuit. Ergens boven de zee was een klein streepje zonlicht te zien dat door de regenwolken heen brak. En dus besloot Hunt: ‘Ach, waarom ook niet. Laten we het met een droge set-up proberen.’
Dat bleek een briljante zet, want toen de race daadwerkelijk begon was de regen bijna volledig gestopt. De twee Ferrari’s startten op de eerste rij maar hadden moeite met het vinden van grip. Dat gaf Scheckter de kans om Regazzoni meteen voorbij te schieten, al was Lauda nog net wat te snel weg. Fittipaldi en Hunt zaten vast achter de langzaam rijdende Regazzoni.
Na een paar rondes zag Hunt zijn kans schoon en dook hij de pits in voor een set droge banden. Fittipaldi volgde niet veel later, maar hij bleef op de regenbanden. Het leek een bizarre keuze van Hunt, want hoewel de regen inmiddels gestopt was, was de baan nog kletsnat. Fittipaldi reed met simpel gemak naar Hunt toe en ging hem zonder problemen voorbij… maar plotseling stoof Hunt weg. Er had zich een droge lijn gevormd die net groot genoeg was om de inmiddels opgewarmde banden van Hunt alle grip van de wereld te geven.
Ferrari klungelt met de strategie
Nu overduidelijk was dat de droge banden de betere optie waren, dook iedereen naar binnen. Iedereen behalve de Ferrari-coureurs, want blijkbaar was het zelfs in de jaren ‘70 al zo dat Ferrari niet zo goed was als het op bandenwissels aankwam. Tegen de tijd dat Lauda eindelijk zijn pitstop maakte, bevond hij zich achter de Shadow van Jean-Pierre Jarier. Jarier was een prima coureur, maar zijn Shadow was niet eens in staat punten te scoren als het de enige auto op de baan was. En toch had Jarier - door de strategie van Hunt te kopiëren - die auto op de derde plek gezet, voor Fittipaldi en Lauda. En hij was vastbesloten die plek niet op te geven.
Hunt had inmiddels de leiding in de race overgenomen toen Regazzoni ook eindelijk naar binnen ging. De strijd tussen Jarier en Lauda was een godsgeschenk voor hem, want daardoor kon hij rustig aan zijn voorsprong verder uitbreiden. Verder naar achteren maakten Scheckter, Regazzoni en Fittipaldi elkaar het leven moeilijk. In andere woorden: dit was een gouden kans voor Hunt.
Lauda begon er snel achter te komen dat Zandvoort niet echt een geweldig circuit was om in te halen. Dertig rondes lang zat hij vast achter Jarier, totdat hij pas in ronde 44 de Shadow voorbij ging. De race was daarna ook snel afgelopen voor Jarier, want even later kreeg hij een klapband en mocht hij naar huis lopen. Fittipaldi’s motor hield er rond dezelfde tijd mee op. Daardoor ging de strijd tussen Regazzoni en Scheckter ineens om de laatste podiumplek.
Episch duel tussen Lauda en Hunt
Dat was misschien goed nieuws voor Regazzoni, maar niet voor Lauda. Hij kon namelijk zijn teamgenoot erg goed gebruiken in de strijd met Hunt. De Ferrari was snel en Lauda wist het gat naar Hunt rap te dichten, maar toen gebeurde er iets geks: hij kwam maar niet voorbij de Brit. Ook al reed Hunt in een auto die op papier veel slechter moest zijn, toch lukte het Lauda maar niet.
En daar was een simpele verklaring voor: Lauda reed nog steeds met een regen set-up, maar Hunt had natuurlijk bij de start besloten de droge set-up aan te houden. Het gevolg was dat zodra Lauda in de vuile lucht van Hunt kwam, zijn auto erg veel snelheid verloor. En dat gebeurde al helemaal op het rechte stuk, waar de Ferrari in normale omstandigheden oppermachtig had moeten zijn.
En dus gooide Hunt de deur op slot. Het was een staaltje verdedigen zoals je ze maar zelden ziet in de Formule 1. Twintig rondes lang hield Hunt Lauda achter zich. Iedere keer sloot Lauda weer aan, en iedere keer dwong Hunt hem terug. En toen in ronde 75 de finishvlag viel, was het Hunt die als eerste over de lijn ging.
Dit was de eerste overwinning ooit van James Hunt en het was de start van een geweldige rivaliteit tussen deze twee coureurs. Hunt moest in ‘75 de titel nog aan Lauda laten, maar in ‘76 was het Hunt die de titel veroverde. De rivaliteit tussen Lauda en Hunt was zo geweldig, dat hij vereeuwigd is in de film Rush uit 2013.
- Hesketh Racing