Iedereen die betrokken is bij de organisatie voor de terugkeer van de Formule 1 naar Nederland was vanmorgen van de partij in Zandvoort. Oud-coureur en sportief directeur Jan Lammers, architect Jarno Zaffeli, circuit-directeur Robert van Overdijk, track manager Niek Oude Luttikhuis enzovoorts. Als de Dutch GP op 3 mei 2020 voor het eerst in 35 jaar weer wordt verreden mag niets aan het toeval overgelaten zijn en dus is overal al aan gedacht inmiddels.
Circuit
Het eerste waar iedereen aan denkt is de vraag of het circuit wel voldoet aan de eisen van de Formule 1. Toen wijlen Charlie Whiting vorig jaar september het circuit bezocht werd hij vooral enthousiast van de mogelijkheden van de Arie Luyendijkbocht. Hij stelde voor om daar de vangrails zo dicht mogelijk tegen het asfalt te zetten om te voorkomen dat de wagens die de baan af geleden terug zouden stuiteren. Dat gaf ze op het circuit nog een andere ingeving: kunnen we er dan niet een kombocht van maken.
Architect Jarno Zaffeli, van bureau Dromo, was enthousiast en ging met het idee aan de slag. Gevolg is een kombocht in Indycar-stijl, dat wil zeggen dat hij op alle punten bijna even steil is. De Hugenholtzbocht (alias turn 3) krijgt ook een kom, maar die krijgt de 'Europese stijl'. Dat wil zeggen dat er op verschillende hoogtes in de bocht een andere hellingshoek is. Hoe hoger in de bocht, hoe steiler. Daardoor kan je in die bocht verschillende racelijnen rijden, wat leuk is voor inhalen.
Dat zijn meteen ook de twee grootste veranderingen die aan de baan worden gedaan. Verder is het een kwestie van grindbakken bijleggen of een beetje verplaatsen. Er komen op een paar plekken toch nog kleine run off areas zodat een klein foutje niet altijd onherroepelijk een duik in de grindbak betekent. Maar het grootste gedeelte van het grind blijft gewoon liggen: Zandvoort blijft Zandvoort.
Asfalt
Om ervoor te zorgen dat er echt verschillende rijlijnen mogelijk zijn op het circuit heeft Dromo zelfs een speciale asfaltmix ontwikkeld. Het asfalt van Circuit Zandvoort krijgt de naam The Flying Dutch (niet te verwarren met het festival van John Ewbank) en moet zorgen voor minder marbles. Als niet overal van de banden afgevlogen rubber ligt, kun je op alle plaatsen van het circuit rijden. Het idee daarvan is dat het inhalen erdoor wordt verbeterd.
Jan Lammers is er alvast van overtuigd dat 'zijn' circuit het mooiste van de wereld wordt. Hij hoopt dat heel Zandvoort op 4 mei 2020 wakker wordt en denkt "Wow, dat hebben we toch maar mooi gedaan als dorp."
Klik HIER voor een videosimulatie van een rondje over het circuit.
- Matthijs Goes
- ANP / Matthijs Goes