Oud Blik: Jetsons, of toch maar de Millennium Falcon?

Het boeiende van science fiction is dat het niet de toekomst beschrijft, maar de attitudes van het heden. De manier waarop “we” naar de toekomst kijken, zegt meer over onszelf dan over de marsmannetjes van de toekomst.

Een paar moppies vintage SF naast elkaar leggen geeft dus een mooi inzicht in onze dromen en verwachtingen van de toekomst van vroeger, en hoe wij daar nu als menselijke soort gestalte aan geven. Neem nu de toekomst van de auto. Hier spelen twee geheel eigen melodieën toekomstmuziek tegen elkaar in: radicale autonomie en maximaal comfort. Aan de ene kant hebben we de wens om naast tweedimensionale vrijheid ook driedimensionale vrijheid te verwerven: laat maar komen die vliegende auto! Aan de andere kant is er de toekomst zoals we die kennen uit de Jetsons: zelfrijdende auto’s, een soort glazen capsules waarvan de zetels, eenmaal op de snelweg, naar elkaar toedraaien, gegroepeerd rond een salontafeltje. Lekker een kaartje leggen, een krantje lezen of een bakkie doen in plaats van sturen.

Twee gedachtes, twee radicaal ander vormen vans science fiction: de Jetsons en de Disneyklassieker “The Highway of Tomorrow” versus de ruimtecoyboys van, zeg eens wat, Star Wars. Want wat is de Millennium Falcon anders dan een vette muscle car, een opgevoerde V8 om moonshine mee te smokkelen? Een zelfstandige zonder personeel (nouja, Chewie) die het met niets anders dan zijn lederen jekker en een vette bak moet zien te redden aan de randen van het bekende universum.

Aan de andere kant heb je de burgerlullen van de Jetsons, waar pappie braaf naar zijn geestdodende kantoor gaat en mammie de leegte van haar bestaan opvult met grenzeloos consumeren; Hanna en Barbera konden zich moeiteloos vliegende auto’s voorstellen, maar geëmancipeerde vrouwen waren nog een brug te ver.

Goed, inmiddels zijn we in de toekomst. Het is 2016, het jaar waarin we volgens de klassieke science fiction uit de jaren ’50 al lang bezig moeten zijn met het bouwen van marsbases en wat niet al. Zo ver is het helaas nog niet, maar op automobiel gebied gebeurt er genoeg; helaas lijkt het erop dat de Jetsons de slag gewonnen hebben. Het grote geld zet massaal in op comfort en automatisering. Tesla, Alphabet en Apple werken allemaal aan zelfrijdende, elektrieke auto’s. Nu nog in de vorm van soepele sedans, maar het is slechts een kwestie van tijd voor de zelfrijdende MPV- inclusief draaiende stoeltjes - eraan komt. Het laatste restje plezier en vrijheid, dat van zelf sturen. verdwijnt dus binnenkort ook uit plebeërcontainers als de Hyundai Trajet en de Opel Safira. Geef mij dan maar Han Solo. Verdomme, ik wil geen mobiele zitkamer, maar een muscleruimteschip dat de Kesselrun onder de twaalf parsecs doet!