Aftermovie. De 6 uur van Spa met Chip Ganassi Racing

Ford vroeg of we een dagje wilden vertoeven op het circuit van Spa-Francorchamps terwijl de 6 urige WEC race daar verreden werd. Yes please! 

We hoeven u niet te vertellen hoe belachelijk mooi het circuit van Spa-Francorchamps is. Een locatie met flinke hoogteverschillen en omringd door bos. Elk Nederlands circuit verbleekt in vergelijking. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik niet alle 7,1 kilometer heb gezien, maar ik heb me uitstekend vermaakt in de drie belangrijkste bochten: Eau Rouge, Les Combes en Rivage.

Ford-coureur Harry Tincknell vertelde dat hij een van de weinig WEC-coureurs is die naast deze klasse ook in een ander klasse rondscheurt. Hij moest de week na de race bijvoorbeeld weer naar de VS om daar te domineren. Over de Ford GT waarin hij reed kon hij kort zijn: die is zo goed dat deze, op een paar hele kleine aanpassingen na, hetzelfde is gebleven als vorig jaar. Waarom zou je een winnende auto veranderen? 

De voorspelling voor de dag was 25 graden, dus ik grapte dat Harry er wel een beetje tegenop moest zien om twee uur lang in een hete, hete auto te moeten racen. Waarop hij heel droog antwoordde dat ze gewoon airconditioning hebben, dus dat het allemaal wel meevalt. De WEC heeft namelijk een regel dat het in de auto niet meer dan zeven graden mag verschillen met de buitentemperatuur. 

Helaas zou Harry die twee uur niet eens volmaken. Hij crashte tijdens zijn eerste stint in de bandenmuur bij Eau-Rouge. Op het moment was er niet precies duidelijk wat er misging, maar het lijkt op een technisch mankement. Harry wist nog te vertellen dat hij best veel curbstone pakte waarna hij ineens niet meer kon sturen. Hij dacht zelf aan een afgebroken ophanging of een lekke band. Via de boordradio vertelde hij dat hij een ‘passenger’ was. Achteraf maakte hij het verhaal af door te zeggen dat hij zijn handen van het stuur trok, zijn ogen sloot en de impact afwachtte. 

Hij had geen mooi vooruitzicht want op exact dezelfde plaats was een dag eerder coureur Pietro Fittipaldi met zijn LMP1 op dezelfde manier in de bandenmuur geëindigd. Deze man werd afgevoerd met twee gebroken benen. Harry kwam er beter af. De klap van 22G(!) kon hij navertellen met heel wat blauwe plekken en wat kneuzingen. 

Ondanks deze zwarte stempel op de dag, gingen we verder met het idee: “het hoort erbij, het is een ingecalculeerd risico wat je neemt als je in de auto stapt.” En daarbij kwam nog dat er ruim tussen de vier en vijf uur geracet moest worden endat we vast nog wel wat actie zouden meemaken. Hoewel die actie er zeker was en vooral plaatsvond in de eerdergenoemde bochten, moesten we het toch meekrijgen door de extreem enthousiaste Franstalige meneer die door de luidsprekers galmde, of de via samenvattingen op de TV's in de hospitatlity van Ford. Om de een of andere reden stonden wij telkens bij de verkeerde punt te kijken. Bij het voorval bij Eau-Rouge stonden we bij Rivage en andersom. 

Maar om even terug te komen op Eau-Rouge. Het is natuurlijk al een van de bekendste bochten ter wereld, maar man, wat je op tv ziet doet hem echt geen recht. Als je van boven naar beneden of andersom staat te kijken naar auto’s die met bijna 300 km/u omhoog knallen, dan gaan de haren op je armen overeind staan. Holy shit, wat is dat een staaltje ijzerenballenwerk van de heren coureurs. We hadden het geluk dat we er extreem goed van konden genieten want de hospitality zat precies op het hoekje waardoor we over de bocht uit konden kijken.

Daarnaast is het heel tof om te zien dat de autosport zoveel meer leeft in België dan in Nederland. Vorig jaar regende het tijdens de 6 uur van Spa en zelfs toen waren er 60.000 mensen komen kijken. Met de voorspelling van 25 graden en zon zou dat aantal zeker overtroffen worden. Er stonden dan ook hordes mensen langs de hekken en waren er genoeg tenten opgezet op het binnen- en buitenterrein. Een enkeling had zelfs een complete tuinset met volwaardie barbecue meegezeuld en zat er lekker van te genieten. Veel mensen liepen met tassen en kratten vol bier, niet gek want hoewel er genoeg kraampjes stonden om eten en drinken te halen, moest dit gebeuren met munten die niet overal te krijgen waren. 

Wat ook opviel in vergelijk met de Nederlandse circuit, is dat er buiten de pitstraat en de tribunes gewoon faciliteiten te vinden waren. Op dat gebied kunnen we nog wat leren van die Franstalige Belgen, hoewel het circuit waarschijnlijk het enige stukje net asfalt in het hele land is.

Het uitvallen van één van de Chip Ganassi Ford teams was natuurlijk ruk. Zeker aangezien ze het veld al die tijd leidden. Maar het einde van de race maakte dat ruimschoots goed. Na bijna de hele race derde gereden te hebben, wist het andere team naar twee te kruipen om enkele ronden voor de finish nog pole te pakken en er toch nog met de winst vandoor te gaan. Dat moest natuurlijk gevierd worden met een goede fles bubbels en een lekker hapje. Een leuk extraatje voor iedereen was dat Alonso zijn eerste race in jaren won in zijn Toyota LMP1.

Voor het team zat er ook een klein nadeeltje aan de winst: ze moesten van de FIA tot minimaal 10 uur ’s avonds blijven. De auto werd onderworpen aan allerlei keuringen om te checken of ze niet stiekem valsgespeeld hadden. Iets waarvan ze minuten na de race al beschuldigd werden door de andere teams. Iets wat volgens de teambaas eigenlijk altijd zo gaat: de winnaar speelt standaard vals en de rest van de teams vinden dat oneerlijk.

We hebben nog een stukje van de keuring meegepakt waarbij we vooral versteld stonden over het feit dat een Ford GT extreem simpel uit elkaar gehaald wordt. Wat schroefjes en een paar minuten en vrijwel de hele achterkant lag eraf. Maar met een rit van 3,5 uur voor de boeg en het feit dat we zo’n beetje de enige op het circuit waren die er niet werkten, werd het tijd om met de Kuga Vignale de snelweg op te duiken. Volgend jaar gaan we weer.