/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fautobahn%2F4ab9ef39b3_HH-79209102.jpg)
Nederland telt 7,86 miljoen huishoudens, in 2,1 miljoen daarvan was in 2016 geen motorvoertuig aanwezig. Dit komt neer op 26 procent, dus ruim een kwart van alle huishoudens. Qua inkomen worden deze als volgt geclassificeerd (institutionele huishoudens niet meegerekend):
- Laag inkomen: 3.047.934
- Middeninkomen: 3.047.935
- Hoog inkomen: 1.523.968
In de lage inkomenscategorie hadden 1,4 miljoen - ofwel 46% - huishoudens niet de beschikking over een auto, motor of scooter. Bij de hoge inkomens daarentegen lag dit aantal op 91.000, een kleine zes procent. Bij de middeninkomens ligt het percentage op 12,5%. Voor de duidelijkheid: e-bikes worden niet aangemerkt als motorvoertuig, want ze hebben trapondersteuning.
Zoals vaker bij CBS-publicaties zijn de uitkomsten weinig verrassend, maar het is dan ook niet de taak van de staatsstatistici om voor uitsmijters te zorgen. Ze zitten er om data te kwantificeren. Wat evenmin zal verbazen is het gegeven dat er in de verstedelijkte gebieden weinig autobezit is, terwijl de ruralere gebieden een betere dekking hebben. Groningen steekt er bovenuit: "In de gemeente Groningen heeft 43,9 procent van alle huishoudens zowel een laag besteedbaar inkomen als geen motorvoertuig in bezit."
In Rozendaal, onder de rook van Arnhem, is het aandeel huishoudens zonder motorvoertuigen en met een inkomen in de laagste inkomensgroep het kleinst: 5,1 procent.