Audi getroffen door staakhongaren, fabriek Ingolstadt dicht

Voor de tweede keer in relatief korte tijd krijgt het VW-concern te maken met morrende midden-Europese medewerkers. Nadat in juni 2017 Slowakije staakte, gooit nu de Hongaarse Audifabriek in Györ het bijltje erbij neer. Met verstrekkende gevolgen.

De werknemers van Györ zitten even op hun handen, omdat ze naar hun mening een Hongarloontje krijgen. Er wordt omgerekend gemiddeld 1.100 euro per maand betaald, terwijl de kosten voor het levensonderhoud er volgens de Duitse vakbondsbroeders op West-Europese hoogten liggen. Mede daarom willen de stakers 18 procent meer loon.

In de fabriek worden niet alleen de A3, de TT en de nieuwe Q3 gebouwd, het is ook een belangrijke motor-productieplaats. Doordat de aanvoer aan TFSI'tjes stokt, moet volgens Duitse media nu ook de fabriek in Ingolstadt van 28 tot 30 januari dicht. Modellen als de A4, A5, R8 (die buiten Ingolstadt wordt gemaakt) en Q2 zouden getroffen zijn. In de fabriek, op een uurtje van Boedapest, werken maar liefst 12.000 mensen. De staking tekent de problematiek van het vestigen in lage lonenlanden: zodra deze landen economische voorspoed kennen, stijgt het prijspeil er als een malle, en krijg je als producent te maken met flink hogere kosten.