Wéér fopstraf voor snuivende doodrijdende alcomobilist in Utrecht

De 37-jarige Tjeerd K. uit Zeist is een lul. Een totale lul. Met een fopstraf. Hij reed in maart een Ierse uitwisselingsstudent van 21 dood in Utrecht, vluchtte daarna en wordt daarvoor beloond met drie maanden in het staatshotel. Drie maanden!

De 21-jarige Aoife O’Connell, Ierse uitwisselingsstudent aan de Hogeschool van Utrecht, is dood. Doodgereden op straat in Utrecht, waar ze op 9 maart dit jaar liep. Ze werd er zwaargewond aangetroffen door voorbijgangers, met tientallen meters om haar heen auto-onderdelen en haar eigen spullen. De botsing moet dus flink zijn geweest, maar Tjeerd K. reed gewoon door. Alsof zijn neus bloedde. En misschien deed zijn neus dat ook wel, want Tjeerd had met zijn neus in het Colombiaanse marcheerpoeder gezeten. En hij had alcohol gedronken. Althans, dat kon de volgende dag nog uit zijn bloed worden afgeleid, want toen pas meldde hij zich bij de politie.

Zulke ernstige feiten leveren in Nederland echter geen enkele reden op om iemand zwaar te straffen. Ook al zegt de rechtbank in Utrecht dat ze het Tjeerd zwaar aanrekent dat hij geen hulp verleende en zich pas de volgende dag meldde op het bureau, en zelfs toegaf dat hij te veel had gedronken.

Alles bij elkaar komt een Nederlandse rechter dan bij zes maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk. Terwijl K. ook al eerder werd veroordeeld voor te hard rijden (wat hij tijdens het ongeluk overigens ook deed) en rijden onder invloed. Hoe kan dat nou? Is dit niet het zoveelste bewijs dat het systeem in Nederland niet klopt? Waarom wordt K. niet veel langer opgeborgen, nu hij heeft aangetoond dat hij niet leert van zijn eerder opgelegde straffen?