5 keer dat de FIA ingreep bij dominantie

Tuned mass damper - Renault 2006

Na jaren in de middenmoot en een enkele overwinning hier en daar ontpopte Renault's tweede versie van een fabrieksteam zich in 2005 als titelkandidaat. De Renault R25 was een prima allrounder, en veel betrouwbaarder dan de vaak snellere McLaren. Met Ferrari en Williams in de subtop konden Renault en Fernando Alonso dat jaar beide titels overnemen van Ferrari en Michael Schumacher.

Het succes van de R25 was deels te danken aan een interessante innovatie: de tuned mass damper. Het apparaatje werd in de neus van de auto gemonteerd, en bestond uit niets anders dan een rechtopstaande cilinder gevuld met vloeistof en een gewichtje met twee veren boven en onder. De demper werkte de trillingen van de auto precies tegen, waardoor het aerodynamische platform veel stabieler bleef. Hetzelfde principe wordt op veel grotere schaal gebruikt in wolkenkrabbers om aardbevingen het hoofd te bieden.

Renault reed de laatste paar races van 2005 met het systeem aan boord, en besloot de R26 er volledig omheen te ontwerpen. Dat gaf Fernando Alonso en Giancarlo Fisichella opnieuw een geducht wapen tegen het aan de top teruggekeerde Ferrari.

Het systeem werd door de FIA als legaal beschouwd, totdat Renault zeven van de eerste negen races won. Bij de Grand Prix van Duitsland werd de tuned mass damper opeens verboden. Renault verloor naar eigen zeggen meteen drie tienden per ronde. Ferrari won vijf van de daaropvolgende zes races, maar Renault en Alonso wisten alsnog beide tyitels te verdedigen. In 2007 zakte het team echter door het ijs ten faveure van Ferrari en McLaren.

Party Mode - Mercedes 2020

Nadat de hegemonie van Ferrari en Renault gebroken was ging de FIA lange tijd zonder gerichte regelwijzigingen. Het verbieden van de dubbele en geblazen diffuser trof immers meerdere teams. Het duurde tot 2020 voordat de organisatie een specifiek voordeel voor een specifiek team aan banden zou leggen. Dit keer was het doelwit het oppermachtige Mercedes.

Sinds het begin van het turbo-hybride tijdperk bleek het team zo goed als onverslaanbaar. De Mercedes power unit lag zelfs zo ver voor op de concurrentie dat Mercedes de V6 royaal teruggeschroefde uit angst voor FIA-ingrijpen. Na zeven seizoenen kwam de hamer dan toch. Concurrenten Ferrari, Honda en Renault hadden gedurende het seizoen geklaagd over de zogeheten 'Party Mode', een kwalificatiesetting voor de motor die Mercedes een enorm voordeel gaf.

De reserves die Mercedes sinds 2014 opgebouwd had stonden het team toe om veel meer extra vermogen uit de motor te halen, zonder de betrouwbaarheid teveel in het geding te brengen. Honda, Renault en het door het fuel flow-schandaal gekortwiekte Ferrari konden het simpelweg niet bijbenen. Vanaf de Grand Prix van Italië bepaalde de FIA dat de teams verplicht één motorstand van het begin van de kwalificatie tot het einde van de GP moesten gebruiken.

De ban had uiteindelijk weinig effect. Lewis Hamilton en Valtteri Bottas pakten in de overgebleven negen races zeven pole positions en zeven overwinningen.

Formule 1
  • BMW, NL Beeld / Proshots, Mercedes-AMG Petronas F1 Team