Zes coupes die gewoon in productie hadden moeten gaan

4. Rover 75 Coupe (2004)

Na het omvallen van megaconglomeraat British Leyland in 1986 werd het roemruchte Rover aan z'n lot overgelaten. Luchtvaarconcern British Aerospace pakte het merk in 1988 op, maar speelde het zes jaar later alweer door naar BMW. De Duitsers trokken vervolgens MINI los uit het bedrijf, verkochten Land Rover door aan Ford en schopten in 2000 MG en Rover weer op straat.

Ondanks alles wist de veel kleinere MG Rover Group zich nog even vast te bijten met relatief succesvolle modellen. Het vlaggenschip van het modellengamma was de in 1998 geïntroduceerde 75, een traditionele zakensedan die concurreerde met modellen als de BMW 3-serie, Saab 9-3 en Alfa Romeo 156.

Toen duidelijk werd dat het einde naderde voor MG Rover zette het bedrijf alles op alles om toch even wat publiciteit te genereren. Zo werd er prompt een achterwielaangedreven 75 met de V8 uit een Ford Mustang geïntroduceerd. Een ander poging om het verouderde model in de kijker te houden was de 75 Coupe Concept.

De strak gelijnde tweedeurs 75 verscheen ironisch genoeg ter viering van het 100-jarig bestaan van Rover, en was geïnspireerd door oude succesnummers zoals de P5B vierdeurs coupe en de SD1. Helaas werd niet de V8, maar het standaard voorwielaangedreven platform gebruikt voor het studiemodel. De 75 Coupe kon op veel animo en lof rekenen, maar kreeg uiteindelijk geen kans om in de showroom te schitteren. In april 2005 - zes maanden na de onthulling van de COupe - ging de MG Rover Group op de fles

5. Škoda Tudor (2002)

De coupe wordt meestal geassocieerd met twee dingen: sportiviteit, of juist extreme luxe. Bij geen van beide termen denk je meteen aan Škoda. Pakweg twintig jaar geleden zette het nuchtere Tsjechische merk echter toch een hebberigmakende grote coupe neer. Op basis van de non-nonsense 'Passat+' Superb werd de Tudor gecreëerd. De naam van de Bentley-op-budget verwees naar bijnaam (two door) van de 1101/1102 uit de jaren '40 en '50.

Onder de kap van de super-Škoda vond je een 2,8 liter 30-kleps V6 met 193 pk. Een handgeschakelde zesbak stuurde het vermogen exclusief naar de voorwielen. De stoere coupe werd met open armen ontvangen, maar Škoda en moederbedrijf VAG zagen er niets in om de auto in productie te nemen. De mark voor een luxe coupe met een Škoda-badge en Volkswagen Passat-genen is immers bijzonder klein.

6. BMW Pininfarina Gran Lusso Coupé

Zestien jaar nadat Audi het luxe coupesegment de rug toekeerde presenteerde BMW een studiemodel dat juist op en terugkeer hintte. Het Beierse merk had zelf in 1999 het segment vaarwel gezegd met het uitfaseren van de E31 8-serie. De bijzondere bolide werd uiteindelijk deels vervangen door de E63 6-serie, maar een echte topper ontbrak in het gamma.

In samenwerking met gerenommeerd ontwerphuis Pininfarina liet BMW in 2013 zien hoe een moderne interpretatie van de 8 eruit had kunnen zien. De auto stond op het chassis van de F01 7-serie en kreeg de bekende zesliter twin turbo V12 met 570 pk onder de kap.

De imposant gelijnde Gran Lusso (Italiaans voor groot en luxe) ging echter nooit in productie. Ondanks positieve geluiden vanuit het koperspubliek was de wagen van het begin af aan bedoeld als one-off. Fans van grote tweedeurs Bimmers moesten nog eens vijf jaar wachten tot de introductie van de G14 8-serie.

Cargasm
  • Heuliez, Jaguar, Wikimedia Commons / Vauxford, BBC, Audi, MG Rover Group, Skoda