Kubica: 'Rijden in de Formule E is als seks met een opblaaspop'

Na een zeer ongemakkelijk begin in 2014 heeft de Formule E zich ontpopt tot een serieus kampioenschap. Het seizoen van 2020-2021 verwierf zelfs officiële FIA World Championship-status. Grote namen zoals Porsche, Maserati, DS, Jaguar, Cupra, Nissan, McLaren en Andretti strijden mee om de titel.

Net zoals alle andere grote single seater series werd de Formule E bovendien een thuishaven voor F1-talent. In negen seizoenen kwamen er maar liefst 28 oud F1-coureurs aan de start op de krappe stratencircuits van de elektrische raceklasse. Een paar van de grootste namen zijn Jacques Villeneuve (2015-2016), Felipe Massa (2018-2020) en Pierre Gasly (2016-2017).

Opblaaspop

Een opvallende afwezige in de lange lijst is enkelvoudig Grand Prix-winnaar Robert Kubica. De man die het McLaren en Ferrari in 2008 knap lastig kon maken is ondanks zijn handicap nog steeds een populair karakter in de autosportwereld. In 2019 maakte hij acht jaar na zijn horrorcrash met een rallywagen zelfs een comeback in de Formule 1 bij Williams. Na dat weinig succesvolle seizoen bleef hij aan als testrijder voor Alfa Romeo-Sauber, terwijl hij tussendoor schnabbels nam in de DTM en het WEC.

Van een Formule E-debuut kwam het echter nooit. Bij de Gurulandia-podcast legde de Pool in geuren en kleuren uit waarom het nooit zover gekomen is. Ondanks allerlei zeer lucratieve aanbiedingen kon Robert zich er gewoon niet toe zetten:

"Ik ben niet tegen elektrische auto's op het circuit, maar ik heb meerdere aanbiedingen gekregen en ik heb een hoop geld afgeslagen. Voor mij moet een racewagen geluid maken. Ik heb een gezegde, waarvan ik denk dat het verkeerd is om het hardop te zeggen, maar rijden [in de Formule E] is een beetje als seks met een opblaaspop."

Altijd benzine

Volgens Kubica is er eigenlijk geen motorsport zonder geluid en de geur van benzine. De Pool denkt nog altijd met weemoed terug aan zijn eerste stint in de Formule 1, toen de sport nog met de 2,4 liter V8 werkte. Kubica koestert de herinnering aan de gillende Renault R26 van Fernando Alonso nog altijd:

"Ik kan de geur van benzine altijd voor de geest halen. In 2006 toen ik in de pitsstraat stond en Alonso voorbijreed met zijn Renault, was er een moment dat me deed denken aan mijn tijd in de kartsport. "