Koop de meest speciale Opel aller tijden 

Opel en speciaal? Jazeker! Deze dikke Omega is zowaar een echte exoot. En hij kan zomaar van jou zijn.

Koop de meest speciale Opel aller tijden 

Een middelmatig volumemerk zoals Opel verbind je niet snel aan flitsende bijvoeglijke naamwoorden zoals 'speciaal', 'exclusief' en 'exotisch. De Duitsers staan immers vooral bekend om het produceren van voor vrijwel iedereen bereikbare vierkante meters aan auto, zonder noemenswaardige eigenschappen.

Eind jaren '80 deed Opel echter een aantal verwoede pogingen om dat imago van zich af te schudden. Met de introductie van de aerodynamische, maar verder nog steeds weinig interessante Omega in 1986 leek het tij niet meteen te keren, maar het merk had nog een troefkaart achter de hand.

DTM

Voor 1990 schreef Opel zich namelijk in voor de topklasse van de razend populaire Deutsche Tourenwagen Masters. Na jaren achteraan meehobbelen met een Kadett GSi ging het merk er met een gestrekt been in met de Omega 3000 24V. De auto bleek echter te groot en te lomp om de BMW M3 en Mercedes 190E 2.5-16 bij te houden, en miste de vierwielaandrijving en V8 power van de Audi V8. Bovendien was de nieuwe 24-kleps motor schrikbarend onbetrouwbaar.

In een poging de Grote Drie bij te halen begon Opel met tuningspartner Irmscher met het ontwerp van een meer gespecialiseerde machine. De Evolution 500 homologatiespecial zou Opel de middelen moeten geven om BMW, Mercedes en Audi op hun nummer te zetten.

De Omega 3000 24V DTM faalde jammerlijk in 1990.

Evo 500

Voor de Evo 500 haalden Opel en Irmscher alles uit de kast. De Omega kreeg een veel grotere spoorbreedte en uitgebouwde wielkasten, een agressief aerodynamisch pakket, actieve achterspoiler en 19 inch wielen mee. De ingewanden van de drieliter zesinlijn werden versterkt en lichter gemaakt, zodat toerentallen van boven de 9.000 toeren per minuut mogelijk werden. In racetrim leverde dat aanvankelijk zo'n 385 pk op, ongeveer net zoveel als de 2,5 liter viercilinders van BMW en Mercedes.

Met een gewicht van 1130 kilo was de Opel nog altijd zwaar vergeleken met de sub 1000 kilo van de BMW en Mercedes, maar zo'n 150 kilo lichter dan de 500 pk sterke Audi. Helaas voor Opel was het nog steeds niet goed genoeg. Een negende plek op het vliegveldcircuit van Diepholz voor Volker Strycek was de enige puntenfinish dat jaar.

Opel realiseerde zich al snel dat de grote Omega een dood spoor was en trok de fabriekssteun terug voor 1992. Eind 1993 was het merk terug met de extreme Calibra V6 4x4 voor het splinternieuwe Class 1-reglement.

Homologatieproblemen

Vanwege het afgeblazen Omega-project bleef Opel met een flink probleem zitten. Om aan de homologatie-eisen van de DTM te voldoen was het merk namelijk begonnen met de productie van 500 straatversies van de Evo 500. De auto's hadden dezelfde bodykit, 18 inch wielen en een tot 230 pk (was 204) opgekietelde drieliter onder de kap.

Met een vanafprijs van 92.220 Deutschmark waren de auto's midden in de recessie van de vroege jaren '90 echter zo goed als onverkoopbaar. Het feit dat Opel normale 3000's naar Irmscher moest sturen voor de conversie maakte de productie ook nog eens stervensduur.

De beloofde 500 exemplaren werden er uiteindelijk dik 300. Slechts 36 van die bolides werden uitgerust met Irmscher's C40SE, een speciale vierliter versie van Opel's 24-kleps lijn zes met 272 pk en 395 Nm aan koppel. Een van die exotische snoepjes heeft nu zijn weg gevonden naar mobile.de

1 van de 36

Het exemplaar dat op de Duitse verkoopsite aangeboden wordt werd al in maar 1992 gebouwd, maar kwam pas in december 1994 voor het eerst op kenteken te staan. De auto geeft daarmee perfect weer hoe onverkoopbaar de Evo 500 daadwerkelijk was. De super-Omega mocht twintig jaar lang in zijn thuisland vertoeven, maar werd in 2014 onderdeel van een Noorse collectie. Daar werd -ie echter nooit op kenteken gezet. Met bijna 150.000 kilometer op de klok werd de Opel een museumobject.

Tien jaar later wil de Noorse verzamelaar weer van zijn hebbedingetje af. De nieuwe eigenaar zal kunnen gaan genieten van een 0-100 tijd van zo'n 5,8 seconden en een topsnelheid van rond de 270 kilometer per uur, met de vleugel op de laagste stand. Dat is nog altijd serieus snel.

Helaas betekenen de exclusiviteit en die puike prestaties ook een serieuze prijs. De verkoper vraagt namelijk bijna een ton aan euro's voor de Evo 500. Voor ongeveer 10K minder heb je op dezelfde site echter de nog snellere Lotus Omega. Alleen een echte Opel-freak met zeer diepe zakken zal de Evo dus een nieuw thuis kunnen geven.