Alpine ontslaat teambaas en stopt met eigen motor (UPDATE)

Een jaar geleden gaf de Grand Prix van België het startsignaal voor een zomer vol chaos bij Alpine. Teambaas Otmar Szafnauer, technisch directeur Pat Fry en sportief directeur Alan Permane vertrokken of werden ontslagen midden in het raceweekend. Bruno Famin, tot dan toe vicedirecteur van Alpine en de man die hen allemaal ontslagen had, nam het stokje over als teambaas. De rest van de zomer stond bol van de kritiek op Alpine, vooral van voormalige werknemers van het team. Szafnauer en Famin deden ook hun uiterste best om elkaar het leven zuur te maken in de media.

Nu lijkt het erop dat Famin hetzelfde lot zal ondergaan. Verschillende bronnen, waaronder het doorgaans goed ingelichte Motorsport.com, melden dat Alpine op het punt staat de teambaas te vervangen. Topkandidaat om het stokje van Famin over te nemen is Oliver Oakes. Op dit moment is Oakes nog de teambaas van Hitech, een team dat uitkomt in de Formule 2 en Formule 3.

Famin’s tijd als teambaas is er een van pieken en dalen geweest. In zijn eerste race veroverde Pierre Gasly meteen een podium en Alpine wist zichzelf stevig vast te zetten in het middenveld. Maar in de loop van vorig jaar verloor Alpine ook veel terrein ten opzichte van eeuwige rivaal McLaren en dit jaar is het team nog veel verder teruggezakt. Ook is de relatie met Esteban Ocon flink verzuurd onder zijn bewind en is er een massale leegloop geweest in de technische staf. Famin had in eerste instantie alleen als interim-teambaas aan moeten treden, maar dat werd dus wat langer. Dat komt deels ook doordat Famin zelf de opdracht had gekregen om een permanente teambaas aan te stellen en die keuze landde verrassend genoeg op hemzelf.

Weg met de eigen motor

Het is niet de enige grote verandering op komst bij Alpine. Het lijkt er ook meer en meer op dat Alpine niet verder zal gaan met de ontwikkeling van de eigen motor. Dat zou betekenen dat het Franse team vanaf 2026 klant wordt van een andere leverancier, naar alle waarschijnlijkheid Mercedes. Renault - het moederbedrijf van Alpine - ontwikkelt al sinds 2007 motoren voor het eigen team en leverde in die tijd ook aan onder andere Red Bull en McLaren.

Qua prestaties zal dit waarschijnlijk een verbetering zijn, maar het valt niet bij iedereen in goede aarde. Voormalig hoofd juridische zaken van het team Pierre Chauty haalde op Linkedin hard uit naar het management van Alpine. Chauty noemde het bewind “laf” en stelde dat de gevolgen van de motor-beslissing “desastreus zijn op menselijk vlak. Het team zal nooit herstellen van het verlies van capabel personeel als gevolg van deze beslissing”.

Beide grote veranderingen volgen op de aanstelling van Flavio Briatore als speciale adviseur van Alpine. Briatore was in het verleden al teambaas van het team dat tegenwoordig Alpine heet. Onder zijn leiding won het team kampioenschappen met Michael Schumacher en Fernando Alonso. Briatore laat nu een stevige nieuwe wind waaien bij Alpine. Het management van moederbedrijf Renault stelde Briatore eerder dit jaar aan om Alpine weer op de rails te krijgen.

UPDATE: Alpine bevestigt officieel vertrek Famin

Alpine bevestigt op vrijdag dat Famin inderdaad vertrekt als teambaas van de Franse renstal. Famin vertrekt echter niet volledig: hij zal betrokken blijven bij Renault. Hij zal "de leiding hebben over de andere motorsport activiteiten", zo legt het team uit. Dat zal hij doen vanuit de basis in Viry in Frankrijk, waar Renault de motoren ontwikkelt voor hun verschillende teams. Voordat Famin de leiding kreeg over het F1-team van Alpine had hij al de leiding over de ontwikkeling van de motor.

Het team maakt niet bekend wanneer Famin precies vertrekt. In de aankondiging spreekt het team alleen over "eind augustus". De volgende race, de Grand Prix van Nederland, vindt plaats op 25 augustus. Waarschijnlijk wordt dat dan Famin's laatste race als teambaas. Een opvolger wordt in de nabije toekomst bekendgemaakt.

In een persconferentie na de aankondiging bevestigde Famin ook dat Alpine inderdaad geen gebruik zal maken van de eigen motoren vanaf 2026