EXCLUSIEF | "Er zit daar nog een oude generatie die er de ballen verstand van heeft"

Het simracen verdient nog meer waardering vanuit de rest van de motorsport, vindt simracer Jarno Opmeer. In een exclusief interview met Autobahn vertelt Opmeer over de manier waarop deze sport nog kan verbeteren en nog meer aanzien verdient.

De Red Bull van Max Verstappen. In een exclusief interview geeft simracer Jarno Opmeer zijn kijk op de rol van simracen in de Formule 1 en de waardering die de sport krijgt.

Simracen heeft de afgelopen tijd heel wat meer aandacht gekregen. Soms op een goede manier, soms op een zeer slechte manier. Zo ging het in de Formule 1 voor de zomerstop veel over het simrace-regime van Max Verstappen. Britse verslaggever David Croft - en met hem meerdere anderen - gaf het simracen van Verstappen de schuld van zijn gedrag in Hongarije en legde bij dat simracen de schuld voor het feit dat hij niet won. En dat slaat nergens op, vertelt simracer Jarno Opmeer in een exclusief interview met Autobahn.

“Er is gewoon nog een oudere generatie die er de ballen verstand van heeft”, vertelt Opmeer aan ons. “En al helemaal iemand als Crofty, die volgens mij sowieso niet zoveel verstand heeft van racen. Het zijn vooral de mensen die het zelf niet helemaal snappen, die er commentaar op hebben.”

Positieve veranderingen

Toch denkt Opmeer wel dat er een positieve trend te zien is. Ironisch gezien is het volgens hem deels door Max Verstappen en andere coureurs die ook meedoen aan simracen dat er wat meer ogen op de sport zijn gericht. Dat heeft ook geleid tot bijvoorbeeld evenementen als de Race of Champions, een jaarlijks evenement waar verschillende coureurs en simracers samen aan deelnemen.

“We hebben nu een paar keer gehad in de Race of Champions dat een simrijder een echte coureur verslaat”, legt Opmer uit. “Dus ja, we zien wel dat dat veel erkenning heeft gegeven. Dat simrijders ook gewoon de echte wereld in kunnen gaan en goed kunnen zijn. Dat is natuurlijk wel heel anders dan op een groter circuit rijden, maar het laat wel zien dat het helpt.”

Sebastian Vettel in de Race of Champions van 2023. (Bron: ROC)

Andersom gebeurt ook steeds vaker: coureurs uit de echte wereld die meedoen aan een simrace. Vorig jaar deden bijvoorbeeld verschillende bekende namen mee aan de virtuele 24 Uur van Le Mans. Naast Max Verstappen stonden ook Romain Grosjean, Franco Colapinto, Oliver Bearman en F2-kampioen Felipe Drugovich op de lijst met deelnemers. Tot zijn vreugde ziet Opmeer daar ook in dat het die coureurs niet altijd even makkelijk afgaat.

“Het is inderdaad zo dat als een echte rijder heel goed is, dat betekent niet gelijk dat hij ook heel goed zal zijn op de sim”, grijnst de simracer. “Daar moet je dan ook keihard voor trainen. Simrijders zijn dat wel gewend, maar echte rijders kunnen daar een beetje laks in zijn. Zij denken vaak dat een uurtje per dag voorbereiden op een 24 uurs race wel genoeg is, maar dat is niet zo.”

Officiële F1-competitie moet beter

Opmeer komt zelf uit in de officiële esports-competitie van de Formule 1, die draait op de officiële videogame van F1. In de pandemie beleefde die game ongekende populariteit, maar sindsdien is dat bergafwaarts gegaan. De competitie zelf is ook steeds meer onder vuur komen te liggen, met meer en meer mensen die vinden dat een veelbelovend kampioenschap niet de aandacht krijgt die het verdient.

Opmeer snapt wel waar die kritiek vandaan komt. “Er is altijd heel weinig communicatie naar de kijkers, de teams en de coureurs. Het zou bijvoorbeeld wel fijn zijn om de kalender ruim van te voren te weten. En er zijn nog zoveel andere dingen die qua competitie beter zouden kunnen. Vorig jaar ging de competitie nog bijna niet door. Dus ja, wat kan er niet beter eigenlijk?”

Hoe dit precies opgelost moet worden, weet Opmeer ook niet helemaal. “De rijders worden overal buiten gehouden, dus wij weten ook niet precies wat er allemaal aan de hand is. Qua organisatie moet het gewoon beter. Ik weet nog niet hoe het dit jaar zal zijn, volgens mij hebben ze best wel veel veranderd, dus ik moet eerst maar eens kijken hoe het dit jaar loopt voordat ik er echt commentaar op kan leveren.”

Dit was deel twee van ons interview met Jarno Opmeer. Lees het eerste deel hier terug.