Voor de eerste lachgaservaring moet ondergetekende teruggaan naar 2001, in een Spaanse discotheek. Toen al werden de ballonnen vrij verkocht, en sinds enkele jaren is het een hobby die ook tot Nederland is doorgedrongen. Op zich is dit niet rampzalig, zo lang je maar niet elke 10 minuten een ballon leegzuigt, en - belangrijker - dit vooral niet achter het stuur van een auto doet. Maar helaas: voorbeeld na voorbeeld druppelt binnen van halve zolen die, bedwelmd van het lachgas, brokken maken.
Om dit probleem te tackelen werd er gisteren een politiecongres georganiseerd, waarover het AD bericht (premium-artikel). Om de schaal van de problematiek te duiden: "Deze zomer maakte de politie een indicatieve inventarisatie en wat bleek; er waren alleen al tot juli 960 meldingen van lachgas in het verkeer gedaan. Drie jaar geleden waren dat er nog 60." Dat is een factor 15 hoger. In 2016 werd lachgas niet meer aangemerkt als geneesmiddel. Hierop werd de verkoop ervan vrijgegeven.
Niet alleen deze legaliteit van lachgas stelt de politie voor een uitdaging, ook het feit dat het vluchtige goedje nauwelijks detecteerbaar is, is een probleem. Je zult gebruikers achter het stuur op heterdaad moeten betrappen, alleen de aanwezigheid van een gascilinder en ballonnetjes in een auto is geen bewijs. Dat is zeer problematisch, wanneer iemand met zijn auto een niet-eenzijdig ongeluk veroorzaakt. Bewijs dan maar eens dat hij lachgas gebruikte.
Ripdeals
Het -tot dusver prima- stuk vergalloppeert zich tegen het einde wel een beetje, met de mededeling dat criminelen zich nu ook met lachgas bezighouden, omdat je per cilinder een paar honderd euro winst kunt maken. Er zouden zelfs al ripdeals hebben plaatsgevonden, waarbij 'gastransporten' zijn overvallen. Natuurlijk, geen crimineel zegt 'nee' tegen een snelle paar honderd euro, maar het is natuurlijk klein bier. Het zijn de kruimeldiefjes die zich met dit soort zaken inlaten, niet de grote jongens.