Raad van State ziet geen nut in verhoging verkeersboetes

Nederland zit met een groot probleem. De automobilist rijdt tegenwoordig niet vaak genoeg te hard. Door de vermindering van snelheidsovertredingen zijn de wegen dan wel (in theorie) veel veiliger geworden, maar blijft de staatskas pijnlijk leeg.

Vorig jaar werd duidelijk dat de staat zo'n 86 miljoen euro misgelopen was door de voorzichtigheid van de Nederlandse automobilist. Demissionair Minister van Veiligheid en Justitie Dilan Yeşilgöz laat dat echter niet over haar kant gaan. De nieuwe VVD-leidster kondigde in september aan de bedragen voor lichte verkeersboetes met 10 procent te verhogen. De reden werd duidelijk uitgesproken: 'we hebben geld nodig.'

Onnodige verhoging

De eerlijkheid van Yeşilgöz over de beweegredenen achter de verhoging zijn leuk en aardig, maar bij adviesorgaan Raad van State gaan het er niet in. Het hoofddoel van verkeersboetes is immers het bevorderen van de verkeersveiligheid door gevaarlijk rijgedrag te bestraffen en te ontmoedigen. Het is in de eerste plaats geen pinautomaat voor de overheid om gaten in de begroting te dichten.

Om deze reden wil de Raad laten onderzoeken of de verhoging echt een positieve impact zal hebben op de verkeersveiligheid. Is dat niet het geval, dan acht het orgaan het hele plan als volstrekt onnodig.

Buiten proportie

De Raad van State heeft zich met deze lezing aangesloten bij het Openbaar Ministerie. Het OM oordeelde meteen na de aankondiging van de plannen dat de de verhoging buiten proportie is.

De bedragen voor lichte overtredingen zoals door rood rijden zijn immers vergelijkbaar met die voor zware vergrijpen zoals rijden onder invloed. Het OM adviseert de minister dan ook de bedragen voor zware vergrijpen te verhogen, die voor lichte overtredingen te verlagen, of allebei.