Gouden tijden voor Nederlandse horeca dankzij Formule 1

Sinds de entree van Max Verstappen in de Formule 1 in 2015 gaat het crescendo met de Nederlandse belangstelling in de racesport. Logisch: als er een Nederlander voor de prijzen meedoet, kan dit op een grotere interesse rekenen dan zonder Nederlandse inbreng. Aan dit Max Verstappen-effect verdienden, naast de Verstappens zelf, al diverse beunhazen die boekjes/biografieën schreven over de talentvolle coureur, soms zonder zelfs ook maar een woord met de familie gewisseld te hebben. Maar de Verstappen-trein dendert voort.

Volgend jaar komt de voorlopige kroon op de Max-mania: na drie succesvolle Jumbo familiedagen/Max Verstappen-dagen op Zandvoort, keert de Formule 1 voor het echie terug naar het circuit in de duinen. De baan gaat momenteel flink op de schop, en krijgt een epische - en steile - kombocht. Alle werkzaamheden zijn wellicht niet zo ideaal voor de rugstreeppad en zandhagedis, maar de Nederlandse horeca spint er garen bij. Zo gaat dat met rechtse hobby's. Het Economisch Bureau van de ING voorspelt dat door de gecombineerde kracht van de Formule 1, het Eurovisie Songfestival en het EK Voetbal, slimme ondernemers in 2020 flink extra omzet maken: hotelovernachtingen en alles eromheen voor buitenlandse bezoekers, en Nederlanders die voor de gelegenheid eens extra in de kroeg duiken. Om nog maar te zwijgen van de mensen die er op en rond 3 mei 2020 echt bij zijn.

"Naast veel Nederlandse dagjesmensen brengen deze evenementen ook buitenlandse bezoekers op de been. Zeker als die ook overnachten, kan dat lokaal voor extra bestedingen zorgen. Vooral in de regio's Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en in Noord-Brabant kunnen hoteliers, cateraars en maaltijdverstrekkers daar in het voorjaar en in de zomer de vruchten van plukken"

De economische impuls zal volgend jaar fors zijn, omdat er bijzonder veel internationale evenementen georganiseerd worden. De Formule 1 zorgt ook daarna voor continuïteit, omdat de deal nog tot en met minimaal 2022 loopt.