Een jaar geleden was de naam Franco Colapinto alleen bij de echte liefhebber bekend. Tegenwoordig is dat wel anders: sinds hij na Zandvoort het zitje van Logan Sargeant bij Williams heeft overgenomen, is hij een van de meest populaire namen in de Formule 1. Hij heeft al vijf punten behaald, werkt goed samen met de media, en speelt zich enorm in de kijker van de andere F1-teams.
Ook naast de baan is Colapinto enorm populair. Een klein leger aan Argentijnse en Zuid-Amerikaanse bedrijven is op Williams afgekomen om hen te sponsoren. De fans lopen helemaal warm voor hem. Er wordt zelfs al openlijk gesproken over de terugkeer van de Grand Prix van Argentinië dankzij de populariteit van Colapinto.
En als we de Argentijnse roddelpers mogen geloven, dan hebben de prestaties op de baan Colapinto wel wat hele speciale aandacht opgeleverd. Prinses Ingrid Alexandra van Noorwegen zou haar koninklijke oog namelijk hebben laten vallen op de Williams-coureur. Ingrid Alexandra is de dochter van kroonprins Haakon en kroonprinses Mette-Marit. Dat betekent dat zij tweede is in de troonopvolging van Noorwegen.
Een lid van het koninklijk huis en iemand uit Argentinië, dat klinkt ons Nederlanders toch vaag bekend in de oren. Beide royals hebben ook nog eens een naam met een variatie op “Alexander” erin. Reden genoeg voor sommige Argentijnse publicaties om al naar Colapinto te verwijzen als “toekomstige koning”. In beide gevallen geldt: deze twee mensen hadden het heel wat minder kunnen treffen.
Of het echt waar is, is natuurlijk altijd een volgende vraag bij dit soort kwesties. De collega’s van Beau Monde waren gelukkig zo vriendelijk om alvast wat voorwerk te doen in dit geval. Het lijkt erop dat de Argentijnse pers iets te hard met de populariteit van Colapinto aan de haal is gegaan. Alle geruchten zijn terug te leiden tot één bron, namelijk de Noorse outlet Se og Hør. De eindredacteur van die outlet weet echter van niets: “Voor zover wij weten gaat Ingrid Alexandra niet uit met een Argentijnse F1-coureur. In ieder geval hebben we er nooit iets over geschreven zoals de Argentijnse media beweren.”