Gereden: Seat Leon Cupra 300

Eerst was 280 pk niet genoeg voor de Seat Leon Cupra, daarom werd de Cupra 290 geïntroduceerd. De facelift van eind vorig jaar was reden genoeg voor Seat om nog twee handen pk's toe te voegen en zo de Leon Cupra 300 te creëren. We reden hem.

Op het eerste gezicht verschilt de Seat Leon Cupra 300 maar weinig van de 290. Kijk je heel goed, dan zie je dat de bumpers van de nieuweling wat scherper zijn geworden en dat er een paar extra lampen wat lager in de bumper zitten. Onder de motorkap liggen natuurlijk die extra pk's te wachten om via de voorwielen op het asfalt gegooid te worden. Tenzij je de ST -Seats naam voor een stationwagen- hebt besteld, die komt ook met vierwielaandrijving. Een blik op een van de Cupra's is overigens wel genoeg om te weten dat dit niet de standaard Leon is, zeker als er een Performance Pack op zit. Er zitten dan grote rode Brembo remmen in de wielen en er zijn wat vrolijke vleugeltjes toegevoegd voor, achter en opzij.

We pikken ons proefmodel met zesversnellingshandbak op bij de luchthaven van Barcelona en krijgen een bergachtige route richting het circuit van Castellolí in het navigatiesysteem geprogrammeerd. Het begint met een paar rotondes en een paar langzame auto's voor ons waardoor we meteen de acceleratie en tussenversnelling kunnen testen. Erg leuk natuurlijk, zoveel kracht uit de tweeliter viercilinder TSI in een hatchback.

Op de bochtige wegen die in de bergen volgen valt op dat de remmen wat agressief happen. Vooral als je bijna stilstaat heeft de auto de neiging om abrupt helemaal te stoppen. Het vergt even wat gewenning, of je moet een paar extra euro's over hebben voor de fijne Brembo's die je bij het Performancepakket krijgt.

Eenmaal op het circuit aangekomen ruilen we de handschakelbak in voor een DSG-automaat. Beide auto's hebben een topsnelheid die is afgesteld op 250 kilometer per uur. De handschakelaar doet 5,8 seconden over de 0 tot 100 sprint, terwijl de DSG er 'maar' 5,7 tikken voor nodig heeft. Die ene tiende laten we natuurlijk niet slingeren als we een circuit op gaan. Het leuke van de dubbele koppeling is dat de auto bij het schakelen zo'n lekker roffeltje geeft. Het schreeuwt om meer gasgeven, harder remmen en fanatiek terugschakelen. Gelukkig zijn we op een circuit en rijden we achter een Leon Cupra cupracer aan met een professionele coureur erin. Die pacecar maakt nog indrukwekkendere geluiden dan onze eigen Cupra, maar het race-exemplaar is overigens wel met dezelfde DSG-bak uitgerust (plus slicks, minder (250!) pk en een enorm aeropakket).

Ideaal is het niet om met 300 pk op de voorwielen een circuit op te gaan. Je zou verwachten dat de auto alleen maar rechtdoor zou willen rijden, maar gelukkig valt het enorm mee met het torque steer en stuiterende banden. Eigenlijk is hij altijd prima te voorspellen en ook bij het volgas accelereren blijven de wielen doen wat ze moeten doen. De afwezigheid van vierwielaandrijving is niet iets dat je meteen enorm opvalt. 

Toch wil Seat de modellen met tractie op alle wielen ook nog even extra onder de aandacht brengen. Daarom ligt een stukje verderop een handlingparcours met de ST's met 4Drive. Op het gladde beton staat een slalomparcours waar we volgas overheen razen. Je voelt dat de wielen van de stationwagen tractie verliezen, en dat de auto corrigeert, maar de rondjes zijn te kort om te kunnen bepalen of het de tractiecontrole is of de 4Drive. Feit is dat je met je pk's behoorlijk hard over een te gladde weg kunt zonder dat je hopeloos verloren bent.

Het vierwielsysteem is helaas niet leverbaar in de overige Leons. Waarschijnlijk willen de Spanjaarden het wel leveren, maar het mag niet van moeder Volkswagen. De voordelige Leon zou dan een iets te geduchte concurrent worden voor hun premium-geprijsde Golf R die maar 10 pk meer heeft.

Waar je aan de buitenkant van de Leon Cupra 300 meteen ziet dat je een feestartikel voor je hebt staan, zie je dat in het interieur eigenlijk nauwelijks. Het ziet er keurig uit, maar het is ook wat sober.  Er zit een Cupra-logo op het fijne sportstuur en een knopje met finishvlag voor het instellen van een van de vijf rijstanden op het dashboard. That's it. De stoelen geven lekkere steun, maar zijn eigenlijk niet heel goed verstelbaar. Het probleem is dat je niet ver genoeg omlaag kunt. Juist in de sportversie zou je helemaal tegen de grond aan willen zitten, maar dat gaat niet.

De versie met de handbak is er vanaf 41.600 euro, terwijl de DSG-variant voor 2.000 euro meer mee naar huis mag. Voor hetzelfde geld kun je ook twee Leons in de basisuitvoering kopen. Voor het Performance Pack moet je nog eens 3.000 euro bijleggen. Dan kom je al aardig in het terrein van de Golf R terecht, en die heeft die vierwielaandrijving wel. Al met al is die Leon Cupra 300 een ontzettend leuke auto voor degenen die juist niet in een Golf gezien willen worden.