De Indianapolis 500, de Grand Prix van Monaco en de 24 uur van Le Mans vormen gezamenlijk de zogenaamde Triple Crown of Motorsport. Er is in de geschiedenis van de racerij maar één persoon met deze tiara gekroond: Graham Hill (vader van Damon Hill) won ze alledrie. Een van de redenen voor die eenzaamheid is dat de GP van Monaco en de Indy 500 sinds 1961 op dezelfde dag worden gehouden.
Welke Formule 1-kampioenen namen verder deel aan de Indy 500?
Sir Jack Brabham was een Australische coureur en drievoudig F1-kampioen (1959, 1960, 1966). Hij reed naar zijn eerste twee wereldkampioenschappen met een Cooper, die de motor achterin had liggen. Brabham beproefde zijn geluk met deze layout ook tijdens de Indy 500, wat hem hier echter nooit zeges opleverde.
Deed voor het eerst mee in 1963, hetzelfde jaar als waarin hij zijn eerste F1-wereldkampioenschap won, en finishte de Indy op een uiterst verdienstelijke tweede plaats. Verbeterde zichzelf in 1965 en won toen zowel de Indy 500 als F1-bokaal - ondanks dat hij net als Alonso Monaco had laten schieten. Hierna is het nooit meer iemand gelukt om beide races in hetzelfde jaar te winnen.
Zie de Clark Gable van de racerij in beeld boven dit artikel. Algeheel eindbaas en tevens enige drager van de Triple Crown of Motorsport. Won de Indy 500 in 1966 als rookie, dat was niet meer gebeurd sinds 1927 en na Hill niet meer tot 2000 toen Montoya deelnam. Hill won in 1962 en 1968 in de koningsklasse.
Australiër Denny Hulme werd wereldkampioen in 1967, deed mee aan de Indy maar boekte geen noemenswaardige resultaten en kapte een paar jaar later met racen.
Pakte de F1-titel in 1978 en deed elk jaar van 1965 tot en met 1994 mee aan de Indy 500 (met uitzondering van 1979). Won de race slechts een keer, namelijk in 1969. Geen reden tot medelijden, want Andretti won ook de World Sportscar Championship (bestaat inmiddels niet meer) en NASCAR. Dat is maar twee mensen ooit gelukt - naast Andretti was dat Dan Gurney.
De Braziliaan Fittipaldi won het wereldkampioenschap in 1972 en 1974 en deed toen een hele tijd niets. Of niets significants in ieder geval, want het duurde tot 1989 voordat hij de Indy 500 binnensleepte. In 1993 voegde hij daar nog een titel aan toe.
Won drie keer de koningsklasse, maar wist door pech niets klaar te spelen in de Indy. In 1992 wist hij zich niet te kwalificeren en in 1993 viel hij al vroeg uit.
De snor himself zegevierde in 1992 in de Formule 1 en reed daarna buitengewoon verdienstelijk in de Indy 500. Voornamelijk door pech pakte hij er nooit een titel.
De zoon van een van de meest aansprekende coureurs ooit - Gilles - won ironisch genoeg meer dan zijn vader. Ook opvallend was dat Jacques eerst succes had in Amerika; hij won de Indy 500 in 1995 en veroverde in 1997 het wereldkampioenschap.