Peking onder stroom: meer dan 112.000 laadpalen geïnstalleerd

De Chinese hoofdstad Peking maakt serieus werk van laadinfrastructuur. Eind november telde de miljoenenstad liefst 112.600 laadpunten voor elektrische auto's, en er ligt nog veel meer in de planning.

Chinese actie heeft altijd iets weg van een stoomwals: door de enorme schaal en gecentraliseerde daadkracht nemen beleidsmaatregelen altijd ongekend grote proporties aan. Bijvoorbeeld: in de metropool Shenzen worden de komende jaren 16.000 e-bussen ingezet (eet dat, Utrecht). In de grote steden moet het vervuilingsprobleem (deels) opgelost worden met elektrische auto's, vanaf 2019 moeten automakers die meer dan 30.000 auto's per jaar maken of importeren 10% van hun afzet elektrisch maken. 

Van de 112.600 laadpunten die Peking telt is 80.800 particulier en 31.800 openbaar, zo maakte de Beijing Municipal Administration Commission via staatspersbureau Xinhua bekend. Ongeveer een tiende hiervan is vernieuwd, omdat ze met oude standaarden en verouderde hardware werkten. Chinezen die in de hoofdstad elektrisch rijden moeten elke vijf kilometer een laadplek kunnen vinden.

Om de Chinese cijfers in perspectief te plaatsen: Nederland telt volgens de laatste cijfers zo'n 32.000 (semi-)openbare laadplekken, 750 snelladers en naar schatting 75.000 particuliere laadplekken. Deze voorzien 20.000 zuiver elektrische auto's en een kleine 100.000 PHEV's van accusap.

Bovenstaande cijfers zijn ook iets ambitieuzer dan bijvoorbeeld Volkswagen Amerika, dat heeft toegezegd per juni 2019 over de gehele VS 2.800 laadpunten in te gaan richten. Dat klinkt als een aardig aantal, maar het komt neer op 56 stuks per staat. In een land met 330 miljoen inwoners. Maar dat is één particuliere aanbieder, waar in China de gehele staatsmachine achter de inspanningen staat.