Tanken in Nederland het duurst, maar toch goedkoop

In de Verenigde Staten schreeuwt iedereen moord en brand, omdat de benzineprijs daar het exorbitante bedrag van 64 eurocent per liter heeft bereikt. De schuld van Trump natuurlijk. Aanstellers, want wij hebben hier te maken met prijzen die niet ver van de twee euro liggen. Gelukkig is daar Bloomberg die het allemaal wat relativeert. Het persbureau heeft in 61 landen onderzoek gedaan naar de benzineprijzen over het eerste kwartaal van 2018.

Hieruit blijkt dat wij op Hong Kong (€1,68) en Noorwegen (€1,67) na het meeste neerleggen voor een liter dode dinosaurus (€1,60). In Iran betaalt u het minst aan de pomp (€0,21), maar in vergelijking met bijvoorbeeld Turkije (€1,20) besteden wij maar 1,31% van ons gemiddelde dagloon aan een liter benzine terwijl de Turken 5% van hun verdiende geld mogen inleveren. India spant de kroon. Daar mag je autobezit als luxe beschouwen, want daar kan men vijf liter tanken voordat het dagloon op is.

Dat de Amerikanen gelijk beginnen te doemdenken als de peutprijs met enkele centen stijgt is niet heel gek als je kijkt naar het jaarlijkse verbruik. De gemiddelde Amerikaan tankt een debiele 1.625 liter per jaar waar een Nederlander het met 311 litertjes doet (wie trekt dat gemiddelde zo omlaag?). Een volle tank eens per twee maanden? Wie kan zoiets? - En hoewel de rednecks ruim vijf keer zoveel tanken als wij, kost dat ze maar 2% van hun jaarloon. Wij geven iets meer dan 1% aan de Shell en concurrenten.

Dus ja, we kunnen concluderen dat de overheid ons een poot uitdraait bij de pomp. De gemiddelde prijzen liggen een stuk hoger dan die van onze directe buurlanden en we zijn op alle andere vlakken ook nog eens slechter af dan zij. Maar als we kijken naar de rest van de wereld, dan hebben we het hier wederom niet zo slecht als dat we denken.

Meer weten? Dan verwijzen we u graag naar de interactieve kaart van Bloomberg.