Britse autoproductie keldert met ruim 9 procent

Met de steeds dichterbij komende Brexit in beeld, is de autoproductie in het Verenigd Koninkrijk afgegleden naar de laagste stand in vijf jaar. In 2018 werden er op het eiland 9,1% minder auto's gemaakt. Erger nog: de investeringen halveerden bijna.

Dat de Britse auto-industrie wel eens betere tijden heeft gekend was helder, maar nu zijn er cijfers die het ietwat sippe sentiment ondersteunen: volgens cijfers van de Society of Motor Manufacturers and Traders (SMMT) werden er vorig jaar 1,52 miljoen auto's gemaakt, een daling van ruim 9 procent ten opzichte van 2017. Als oorzaken worden regelwijzigingen, dieselonzekerheid, een afnemende vraag uit Europa en China, maar ook minder vertrouwen vanwege de nakende no-deal Brexit genoemd. In de woorden van SMMT-topman Mike Hawes:

The bottom line is that it’s a deeply depressing figure. Product cycles always have an effect. WLTP [emissions changes] affected production. Diesel uncertainty - not just in the UK but also in Europe, but particularly Germany and France - was a factor. Furthermore, there is falling business and consumer confidence here and elsewhere, and UK manufacturers are exposed to the global market.

De investeringen in de Britse auto-industrie zakten naar 588,6 miljoen pond. Het was voor het eerst sinds 2012 dat dit bedrag onder de 1 miljard lag.

Het geplaagde Jaguar Land Rover blijft de grootste fabrikant, ook al daalde de productie met bijna 16 procent tot 449.000 auto's. De grote dalers:

  1. Vauxhall: -15,9% 
  2. JLR: -15,6%
  3. Nissan: -10,7%
  4. Toyota: -10,4%

MINI ging tegen de trend in: in de fabriek in Oxford werden 243.183 auto's gebouwd, een stijging van 7 procent.