Dat de Britse auto-industrie wel eens betere tijden heeft gekend was helder, maar nu zijn er cijfers die het ietwat sippe sentiment ondersteunen: volgens cijfers van de Society of Motor Manufacturers and Traders (SMMT) werden er vorig jaar 1,52 miljoen auto's gemaakt, een daling van ruim 9 procent ten opzichte van 2017. Als oorzaken worden regelwijzigingen, dieselonzekerheid, een afnemende vraag uit Europa en China, maar ook minder vertrouwen vanwege de nakende no-deal Brexit genoemd. In de woorden van SMMT-topman Mike Hawes:
“The bottom line is that it’s a deeply depressing figure. Product cycles always have an effect. WLTP [emissions changes] affected production. Diesel uncertainty - not just in the UK but also in Europe, but particularly Germany and France - was a factor. Furthermore, there is falling business and consumer confidence here and elsewhere, and UK manufacturers are exposed to the global market.”
De investeringen in de Britse auto-industrie zakten naar 588,6 miljoen pond. Het was voor het eerst sinds 2012 dat dit bedrag onder de 1 miljard lag.
Het geplaagde Jaguar Land Rover blijft de grootste fabrikant, ook al daalde de productie met bijna 16 procent tot 449.000 auto's. De grote dalers:
- Vauxhall: -15,9%
- JLR: -15,6%
- Nissan: -10,7%
- Toyota: -10,4%
MINI ging tegen de trend in: in de fabriek in Oxford werden 243.183 auto's gebouwd, een stijging van 7 procent.