Gereden: Mercedes A250, een kleine S-Klasse

Mercedes heeft niet al te lang terug zijn instapmodel, de A-Klasse, een nieuwe look gegeven, maar wat er binnenin veranderde is veel interessanter. Daar kwamen we achter toen we hem zelf reden.

De A-Klasse is immens populair en met het opgefriste model zet Mercedes keihard in op de baby-Benz. Wij kregen de A250 met heel veel opties een paar dagen onder de kont geschoven en waren al snel onder de indruk van deze kleine hatchback. En deze keer niet omdat de 224 pk uit het geblazen tweeliter benzineblok zo’n lekker zetje in de rug gaf bij het optrekken. Natuurlijk was dat fijn, maar de aandacht ging vooral naar de binnenkant van de auto.

Toen we voor het eerst in de auto stapten was het even schrikken. Je verwacht simpelweg niet dat een A-Klasse het interieur en de afwerking van een E- of S-Klasse heeft. Toch is dat vrijwel het geval. We bevonden ons in een weelde van mooi leer, hout metaal en touchscreens. Ja, touchscreens, want de twee grote schermen die Mercedes eerst alleen in de S-Klasse leverde, kun je nu ook gewoon optioneel kiezen in een A’tje.

Op die twee grote schermen speelt zo’n beetje alles in de auto zich af. Achter stuur zijn natuurlijk de bekende meters te vinden, en op het scherm daarnaast alle menuutjes en dergelijke. Wat hieraan opvalt is dat alles, maar dan ook echt alles aan te passen is. Geen zin in een toerenteller? Dan verander je die toch lekker in de navigatie, of wil liever weten hoeveel afstand je hebt tot je voorligger in plaats van je snelheid? Kan ook. Je kunt het zo gek niet verzinnen of het is in te stellen. Alleen dat instellen is niet zo intuïtief als je zou hopen.

Natuurlijk had Mercedes onze A250 helemaal volgehangen met zo’n beetje elk denkbare optie behalve het 4Matic-systeem - wat echt een gemis was, maar dat komen we later op terug. Al die opties betekenen natuurlijk ook dat de auto je rijgedrag ‘corrigeert’. Hij houdt je binnen de lijntjes en grijpt in als je dreigt de crashen. Leuk natuurlijk, maar die functies hadden we al snel uit gezet, want ze zijn tegelijk ook heel vervelend. Nadeel is dat ze zichzelf bij de volgende start van de auto gewoon weer aangezet hadden. Maar goed, er zitten ook wat leuke opties in zoals de camera in de voorruit die gebruikt kan worden om stoplichten te filmen. Het beeld wordt dan op het scherm op het dashboard weergegeven, zodat jij als bestuurder niet over het stuur hoeft te leunen om het stoplicht op groen te zien springen. Dat scheelde vooral voor ons erg, aangezien we met twee meter aan lichaamslengte letterlijk met het hoofd tegen het dak zaten. Dan zie je toch vrij weinig van de stoplichten die boven de weg hangen.

Dat we klem zaten komt enerzijds doordat de auto van zichzelf al niet heel ruim van binnen is, maar dat werd in dit geval verergerd door een dakraam en elektrische sportstoelen. Door het dakraam gaat een paar centimeter waardevolle hoofdruimte verloren, en door de elektrische stoelen zit je altijd wat hoger. Zonder deze opties hadden we vermoedelijk wat beter gezeten. Niet dat we oncomfortabel zaten, verre van zelfs. Die sportstoelen zien we als verplichte optie. Het is even zoeken naar de goede stand, maar dan zitten ze geweldig.

Al die luxe in een kleine auto is natuurlijk leuk, maar als de auto voor geen meter rijdt of als een natte dweil over de weg slingert is het nog steeds niets. Zoals je verwacht heeft Mercedes dit wel enigszins door en hebben ze de A250 een wegligging gegeven die niet aanvoelt alsof je in een A250 rijdt. Het maakt werkelijk niet uit waar je met de A-Klasse komt, het onderstel behoudt een heerlijke balans tussen stugheid en comfort. Het wordt nooit zo erg dat je aan het einde van een klinkerweg je nieren gedag kunt zeggen, en aan de andere kant voelt het ook niet alsof je in een ‘comfortabel’ geveerde Fransoos zwabbert. 

Alleen bij iets sportiever rijgedrag laat de Merc weten dat hij daar niet voor gemaakt is. Het onderstel is ingesteld op onderstuur en geeft niet altijd evenveel feedback, zodat je niet precies weet wat de auto gaat doen. Daarnaast, en hier zouden we nog even op terugkomen, weten de voorwielen niet zo goed wat ze met die 225 paarden moeten doen als je hard wil optrekken. De banden piepen en de traction control grijpt in waardoor je niet het gewenste resultaat hebt. Daarom zouden we bij deze auto gekozen hebben voor het optionele 4Matic-systeem. Vierwielaandrijving is nooit weg, maar bij auto’s die anders alleen teveel paarden naar de voorwielen transporteren, eigenlijk gewoon een vereiste.

Over het algemeen waren we heel erg onder de indruk van de kleine Benz. Hij voelt nergens als de relatief kleine auto die het eigenlijk is. Mercedes heeft echt topwerk afgeleverd op het gebied van het interieur en het niveau van de afwerking en de technische snufjes die je normaliter in duurdere auto’s zou verwachten. Daarnaast heeft de A250 een geweldige wegligging en zouden wij er zonder twijfel een meenemen voor langere ritten. Als we dan toch moeten zeuren kunnen we maar een puntje vinden en dat is het gebrek aan ruimte en de hoge prijs. De auto is niet heel ruim binnen, zeker niet voor de langere mensch, en de prijs is ook niet bepaald misselijk. Een redelijke gemotoriseerde en uitgeruste A komt al snel op €55k. Daarvoor rijd je ook een klasse groter.